4 Een eigen bedrijf

4. Een eigen bedrijf
4.1 Werken in loondienst of als eigen baas
4.2 Omzet, brutowinst en nettowinst
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4. Een eigen bedrijf
4.1 Werken in loondienst of als eigen baas
4.2 Omzet, brutowinst en nettowinst

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een voordeel van eigen baas zijn?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een nadeel van eigen baas zijn?

Slide 3 - Open vraag

Voordelen

alle verdiensten zijn voor jou

je kunt veel beslissingen nemen

je bepaalt zelf je werktijden
Nadelen

je hebt geen vast inkomen

je bent voor alles zelf verantwoordelijk

je maakt vaak lange werkdagen

je moet zelf voorzieningen regelen voor het geval je ziek of arbeidsongeschikt wordt

Slide 4 - Tekstslide

Doel van een onderneming
Voor veel ondernemingen is het doel winst maken

winst = omzet - kosten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Afzet en omzet
Afzet = het aantal dat verkocht wordt

Omzet = het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers --> afzet x verkoopprijs

Slide 7 - Tekstslide

Van omzet naar nettowinst
Omzet                                              = verkoopprijs x afzet  
Inkoopwaarde                              = inkoopprijs x afzet
-----------------    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
-----------------     -
Nettowinst                                      

Slide 8 - Tekstslide

Een winkel verkoopt 14 boeken. De boeken kosten € 12,50 per stuk.
Wat is hier de afzet?
A
14
B
12,50
C
175
D
1,50

Slide 9 - Quizvraag

Opdrachten maken
Maak de opdrachten 4.1 tot en met 4.08
Dit is huiswerk voor volgende keer

Slide 10 - Tekstslide