In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
les 3 Vorming van vetten
NOVA H14.3
6VWO
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat de functie is van vetten in onze voeding;
Je weet hoe vetten zijn opgebouwd;
Je kunt een reactievergelijking in structuurformules geven van de vorming van vetten
Je weet wat het verschil is tussen verzadigde en onverzadigde vetten op macro en microniveau
Slide 2 - Tekstslide
Functie van vetten
Energiebron en reserve opslag voor energie.
Opbouw van de celmembraan.
Isoleren en beschermen van organen.
Bouwsteen voor hormonen.
Slide 3 - Tekstslide
celmembranen zijn opgebouwd uit fosfolipiden
Binas 67G3
Slide 4 - Tekstslide
Bouw van vetten: vetten zijn esters
Weet je het nog?
Slide 5 - Tekstslide
Bouw van vetten
glycerol
3x ALCOHOL
GROEP
Vetten zijn esters van glycerol en vetzuren
Slide 6 - Tekstslide
Vorming van esters:
Binas 67G2
glycerol + vetzuren
vet (triglyceride) + water
Slide 7 - Tekstslide
Naamgeving esters
Deel van alcoholgroep = zijgroep, achtervoegsel -yl
Deel van zuurgroep = hoofdketen, achtervoegsel -oaat
Voorbeeld: methylethanoaat
Slide 8 - Tekstslide
Naamgeving vetten
Dezelfde manier als 'gewone' esters
Alcohol is glycerol, als zijgroep: glyceryl
Vetzuren als hoofdketen: bijv. stearaat (van stearinezuur)
telwoorden gebruiken voor aantal vetzuren.
Voorbeeld: glyceryltristearaat
Slide 9 - Tekstslide
Geef de systematische naam van dit vet. Gebruik Binas tabel 67G.
A
glyceryltrilinolaat
B
glyceryltrioleaat
C
glyceryltripalmitaat
D
glyceryltristearaat
Slide 10 - Quizvraag
Welke vetzuren zijn in dit vet veresterd?
A
2x oliezuur
1x palmitinezuur
B
2x stearinezuur
1x palmitinezuur
C
2x palmitinezuur
1x oliezuur
D
2x palmitinezuur
1x stearinezuur
Slide 11 - Quizvraag
Welke vetten passen het best in een gezond voedingspatroon?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten
C
Transvetten
D
Geen vetten
Slide 12 - Quizvraag
Verzadigde en onverzadigde vetten
Verzadigd vetzuur = alleen enkele C-C bindingen aanwezig.
Onverzadigd (enkelvoudig of meervoudig) vetzuur = 1 of meer dubbele C=C bindingen aanwezig.
Slide 13 - Tekstslide
Verschil tussen verzadigde en onverzadigde vetten op microniveau
Verklaar met behulp van deeltjes en bindingen dat verzadigde vetten bij kamertemperatuur vast zijn en onverzadigde vetten vloeibaar
vetzuur in verzadigde vetten
vetzuur in onverzadigde vetten
cis
trans
Slide 14 - Tekstslide
Door de C=C in ketens van onverzadigde vetzuren liggen vetzuurketens minder geordend en is de afstand tussen de vetmoleculen groter. De vdWaalsbinding is hierdoor zwakker. Hierdoor ligt het smeltpunt van onverzadigde vetten lager
Slide 15 - Tekstslide
Verzadigde vetmoleculen maken celmembranen minder flexibel: de moleculen liggen dichter bij elkaar, waardoor de vdWaalsbinding sterker is. Plantaardige producten zijn daarom beter voor de gezondheid dan dierlijke producten
Slide 16 - Tekstslide
Transvetten
Transvetten hebben net als onverzadigde vetten een sterke vanderwaalsbinding.