In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Leuk dat je er bent.
Telefoon in je tas
Pak je Ipad
Tas op de grond
Slide 1 - Tekstslide
Spoorboekje
Geluid: proeftoets!
Lesdoel
Afsluiten
Huiswerk?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel voor vandaag:
We gaan door middel van deze proeftoets kijken wat we nog moeten leren voor het proefwerk van volgende week.
Slide 3 - Tekstslide
proeftoets geluid
Slide 4 - Tekstslide
Introductie
Wat mag je gebruiken tijdens de toets?
rekenmachine
pen
potlood
kladpapier
gum
liniaal
Slide 5 - Tekstslide
Onderzoekers hebben ontdekt dat dolfijnen diep in de zee geluid maken en zo met elkaar ‘praten’. In het dolfinarium roepen trainers de dolfijnen soms met behulp van een fluitje. Door welke tussenstof(fen) verplaatst het geluid zich hierbij?
A
water
B
lucht
C
lucht en water
D
lucht, water en vet
Slide 6 - Quizvraag
Sjors roept zijn naam in een 42 m diepe put. De snelheid van geluid in lucht is 336 m/s. Bereken na hoeveel tijd Sjors de echo van zijn naam hoort.
A
4,2 sec
B
1/4 sec
C
0,33 sec
D
25 sec
Slide 7 - Quizvraag
Ergens in het heelal vindt een enorme explosie plaats. Leg uit waarom wij deze op aarde nooit kunnen horen.
Slide 8 - Open vraag
Noem drie factoren waar de toonhoogte van een snaar afhankelijk van is.
Slide 9 - Open vraag
Welke van de getekende trombones maakt de hoogste toon.
A
De bovenste, hier is de luchtkolom het kortst
B
De bovenste, hier is de luchtkolom het Langst
C
De onderste, hier is de luchtkolom het kortst
D
De onderste, hier is de luchtkolom het langst
Slide 10 - Quizvraag
Wat weet je over het aantal trillingen van een stemvork die trilt met een frequentie van 220 Hz?
A
Dat er 1 trilling in 220 seconden gemaakt worden.
B
Is een mooi geluid
C
Dat er 220 trillingen in 1 seconde gemaakt worden.
D
1/220 per trilling
Slide 11 - Quizvraag
Een trillende gitaarsnaar voert in een halve minuut 6000 trillingen uit. Bereken de trillingstijd van deze trillende gitaarsnaar.
Slide 12 - Open vraag
Een trillende gitaarsnaar voert in een halve minuut 6000 trillingen uit. Bereken de frequentie van deze trillende gitaarsnaar.
Slide 13 - Open vraag
In een voetbalstadion wordt een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld waarbij weinig toeschouwers aanwezig zijn. Als er wordt gescoord, juichen alle 600 supporters. De geluidssterkte, die op de middenstip wordt gemeten, bedraagt dan 77 dB. Een week later, tijdens een Champions League wedstrijd, wordt direct na een doelpunt een geluidssterkte gemeten van 95 dB. Ook nu is er op de middenstip gemeten. Bereken hoeveel supporters er nu juichen.
Slide 14 - Open vraag
Een toon met een frequentie van 30 Hz heeft een geluidssterkte van 20 dB. Kun je deze toon horen?
A
Ja
B
Nee
C
Als je heel hard je best doet wel
D
Vorig jaar wel
Slide 15 - Quizvraag
Een toon met een frequentie van 8000 Hz heeft een geluidssterkte van 20 dB. Kun je deze toon horen?
A
Ja
B
Nee
C
Als je heel hard je best doet wel
D
Vorig jaar wel
Slide 16 - Quizvraag
Uit twee luidsprekers P en Q komen verschillende tonen. Het oscilloscoopbeeld van beide tonen is in bovenstaande figuur afgebeeld.
Slide 17 - Tekstslide
Welke toon is het laagst?
A
Q
B
P
C
Q&P zijn even laag
D
Q&P zijn even hoog
Slide 18 - Quizvraag
Welke toon is het sterkst?
A
Q
B
P
C
Q&P zijn even laag
D
Q&P zijn even hoog
Slide 19 - Quizvraag
De oscilloscoop is zo afgesteld dat je het aantal trillingen in 0,01 s te zien krijgt. Bereken de frequentie van toon P.
A
1,5 Hz
B
15 Hz
C
1500 Hz
D
150 Hz
Slide 20 - Quizvraag
Pjotr slaat een stemvork aan. Daarna trekt hij de schrijfstift, die aan een van de benen vastzit, over een plaat. Op de plaat is dan een spoor te zien dat uit 32 trillingen bestaat. De frequentie van de gebruikte stemvork is 80 Hz. Bereken in hoeveel tijd dit spoor is getekend.
A
0,4 s
B
4,0 s
C
1,4 s
D
0,04 s
Slide 21 - Quizvraag
Pjotr slaat een stemvork aan. Daarna trekt hij de schrijfstift, die aan een van de benen vastzit, over een plaat. Op de plaat is dan een spoor te zien dat uit 32 trillingen bestaat. De frequentie van de gebruikte stemvork is 80 Hz. De snelheid waarmee het spoor is getekend, bedraagt 0,5 m/s. Bereken de lengte van één trilling van het getekende spoor.
A
0,63 cm
B
6,30 cm
C
0,063 cm
D
6,3 cm
Slide 22 - Quizvraag
Huizen die dicht bij een snelweg staan, worden vaak extra goed geïsoleerd tegen geluidshinder. Op deze manier wordt de geluidshinder bij de ontvanger aangepakt. Noteer twee manieren om geluidshinder van verkeer bij de bron aan te pakken.
Slide 23 - Open vraag
Een andere maatregel om geluidshinder van verkeer aan te pakken, is het plaatsen van geluidsschermen of geluidswallen tussen bron en ontvanger.
Noteer drie verschillen tussen een geluidsscherm en een geluidswal
Slide 24 - Open vraag
Huiswerk
Niveau HAVO/VWO !
Voor het volgende echte proefwerk goed de vragen van de NOVA MAX doornemen. Nova Max hoofdstuk 8 bij afsluiting vindt je een diagnostische toets. Maak deze ter voorbereiding!