1.3 Patronen: De culturele wereldkaart

Deze week
Vandaag
Hoofdstuk 1: Wereldbeeld
1.3 Culturele wereldkaart

Woensdag
Verder met PO
Onderzoek in je eigen regio
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze week
Vandaag
Hoofdstuk 1: Wereldbeeld
1.3 Culturele wereldkaart

Woensdag
Verder met PO
Onderzoek in je eigen regio

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
  • Je kent de factoren die de bevolkingsspreiding in de wereld verklaren.
  • Je begrijpt dat het patroon van de bevolkingsspreiding op de wereldkaart voortdurend verandert.
  • Je kunt het push- en pullmodel op meerdere schaalniveaus toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding
Waarom zijn sommige gebieden dicht bevolkt?

West-Europa: gunstige ligging

Oostkust Zuid-Amerika: koloniaal verleden

Zuidoost Azië: gunstige natuurlijke omstandigheden

Slide 3 - Tekstslide

2015: 230 miljoen migranten in de wereld. Wat zet hen in beweging?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Migratie wereldwijd
De interne migratie in Europa is sterk toegenomen. Hoe komt dat?
Uitbreiding EU. Hierbinnen is tussen veel landen vrij verkeer van personen.

Naast nadelen heeft migratie voor een vertrekgebied ook een voordeel. Welk?
Migranten maken vaak geld over naar het thuisland.

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken
Nakijken:
1.2: Opdracht 2 en opdracht 5 op pagina 7 en 8 van het werkboek.
Hoofdvragen van paragraaf 1.1 op pagina 10 van het werkboek.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 1.3
  • Je weet welke indicator je moet gebruiken om politieke en sociaal-culturele kenmerken te meten.
  • Je kunt cultuurelementen op een foto onderscheiden.
  • Je begrijpt dat de patronen op de politieke wereldkaart veranderen.

Slide 8 - Tekstslide

LeerdoJe kunt cultuurelementen op een foto onderscheiden.el: Je kunt cultuurelementen op een foto onderscheiden.
Cultuur gaat over ideeën, overtuigingen en gebruiken die een groep heeft.

Een cultuur kunnen we beschrijven aan de hand van cultuurelementen:
  • Verstand zoals taal en geloof
  • Manier van samenleven zoals wetten en opvoeding
  • Materiële elementen zoals inrichting van het land, bouwstijl, kleding

Slide 9 - Tekstslide

Op welke twee cultuurelementen is deze kaart vooral gebaseerd?

Slide 10 - Tekstslide

Op welke twee cultuurelementen is deze kaart vooral gebaseerd? Taal en religie.
Lingua Franca

Slide 11 - Tekstslide

Diffusie is de verspreiding van een cultuurelement vanuit een kerngebied door:
  • Moderne media
  • Internationale handel
  • Migratie
  • Toerisme

Slide 12 - Tekstslide

Diffusie van rapmuziek in de V.S.

Slide 13 - Tekstslide

Bij diffusie wordt een (van de of meer) cultuurelement(en) vaak aangepast. Dat noem je: cultuurvermenging

1.3 Maak opdracht 4 op pagina 9 van het werkboek


Diffusie op verschillende schaalniveaus?




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Godsdienst is een van de belangrijkste cultuurelementen.

Waardoor verspreiden de religies zich vanuit de kerngebieden?
  • Verovering
  • Kolonialisme
  • Handel

Vanuit de centrumlanden naar de periferie.
Tegenwoordig vanuit de periferie naar het centrum.

Diffusie door:
  • Moderne communicatiemiddelen
  • Toerisme
  • Migratie

Slide 16 - Tekstslide

Taj Mahal (India) is een mix van islamitische en hindoeïstische architectuur.

Slide 17 - Tekstslide

Uit welk werelddeel komen de meeste kolonisten?
Welk gebied zal op basis van deze kaart het meest multicultureel zijn?

Slide 18 - Tekstslide

Vergelijk de gebieden de V.S., het zuiden van Zuid-Amerika en Australië.
Noem voor elk gebied een ander gevolg van de culturele diffusie uit het verleden. Gebruik de elementen godsdienst, taal en muziek.

Slide 19 - Tekstslide

V.S.: Afrikaanse invloeden op muziek.
zuiden van Zuid-Amerika: veel mensen zijn katholiek
Australië: Engels verdringt de inheemse talen

Slide 20 - Tekstslide

Trends
Homogenisering: we gaan steeds meer op elkaar lijken


Heterogenisering: niet iedereen doet mee én ontstaan van subgroepen
-> verharding 

Slide 21 - Tekstslide

Cultuurvermenging:
A
Een coffeeshop als in Nederland.
B
De serveerster draagt geen hoofddoek.
C
Een homovriendelijke coffeeshop
D
De serveerster draagt een spijkerbroek

Slide 22 - Quizvraag

Diffusie:
A
Een coffeeshop als in Nederland.
B
De serveerster draagt geen hoofddoek.
C
Een homovriendelijke coffeeshop
D
De serveerster draagt een spijkerbroek

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag
Nakijken:
1.1: Maak opdracht 3 en opdracht 4 op pagina 6 van het werkboek.
1.2: Maak opdracht 2 en opdracht 5 op pagina 7 en 8 van het werkboek.
Maak de hoofdvragen van paragraaf 1.1 op pagina 10 van het werkboek.

Aan de slag met:
1.3 Maak opdracht 3 op pagina 9 van het werkboek.
Maak de hoofdvragen van paragraaf 1.2 op pagina 11 van het werkboek.

Klaar? Check dan jouw antwoorden bij de docent.

Slide 24 - Tekstslide