les 3v Ein-Gruppe

Herzlich Willkommen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Hausaufgaben kontrollieren

  •  Grammatik Ein-Gruppe

  • Galileo

Slide 2 - Tekstslide

  • Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Wie/Wat + gezegde?

  • Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?
Aan wie of voor wie + gezegde + onderwerp (+lijdend voorwerp)?

  • Hoe vind je een lijdend voorwerp in een zin?
Wie/Wat + onderwerp + gezegde?

Slide 3 - Tekstslide


Nominativ = onderwerp = 1de naamval

Dativ = meewerkend voorwerp = 3de naamval

Akkusativ = lijdend voorwerp = 4de naamval

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetsels derde naamval
aus = uit
bei = bij
mit = met
nach = na, naar
seit = sinds
von = van, door
zu = naar (bij personen)

Slide 5 - Tekstslide

Voorzetsels vierde naamval
durch = door
für = voor
ohne = zonder
um = om
bis = tot
gegen = tegen

Slide 6 - Tekstslide

Hausaufgaben kontrollieren
21, 22, 23, 24

Slide 7 - Tekstslide

Ein-Gruppe

Slide 8 - Tekstslide

Grammatik: ein-Gruppe
m
v
o
mv
1
der
ein_
die
eine
das
ein_
die
keine
3
dem
einem
der
einer
dem
einem
den + n
keinen + n
4
den
einen
die
eine
das
ein_
die
keine

Slide 9 - Tekstslide

1. Habt ihr (het) ______ Party (v) organisiert?

2. Ohne (het) ______ Stadtplan (m) weiß ich nicht, wohin ich fahren muss.

3. Hast du (een) ______ Haustier (o)?

4. Er kämpft um (zijn) ________ Leben (o).

5. Nein, ich bin da bei (de) ______ Veranstaltung (v) zum Thema 'Sprachreisen'.

6. Ohne (mijn) ______ Heuschnupfen (m) ginge es mir besser.




timer
4:00

Slide 10 - Tekstslide

1. Habt ihr die Party (v) organisiert? 4.

2. Ohne den Stadtplan (m) weiß ich nicht, wohin ich fahren muss. 4.

3. Hast du ein Haustier (o)? 4.

4. Er kämpft um sein Leben (o). 4.

5. Nein, ich bin da bei der Veranstaltung (v) zum Thema 'Sprachreisen'. 3.

6. Ohne meinen Heuschnupfen (m) ginge es mir besser. 4.




Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben
Machen 25, 26, 27, 31

Bij 27 kun je op S. 153 bij 12 kijken voor de uitgangen van 'wie'.
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Galileo internationale Geburtstagstraditionen: Wie feiert man weltweit?
https://youtu.be/6muM-9ZOnBw

Heimatland
feiern
Hauptgericht
Tradition

Slide 13 - Tekstslide

Welk zinsdeel is de 1e naamval?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp

Slide 14 - Quizvraag

Stel er staat geen voorzetsel in de zin, wanneer gebruik je dan de 3e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp

Slide 15 - Quizvraag

Stel er staat geen voorzetsel in de zin, welk zinsdeel gebruik je dan in de 4e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
Aan wie of voor wie + gezegde + onderwerp (+lijdend voorwerp)?
B
Wie/Wat + gezegde?
C
Wie/Wat + onderwerp + gezegde?

Slide 17 - Quizvraag

Lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
onderwerp
Wie/Wat + onderwerp + gezegde?
Wie/Wat + gezegde?
Aan wie of voor wie + gezegde + onderwerp (+lijdend voorwerp)?

Slide 18 - Sleepvraag

Bist du zufrieden mit (jouw) _______ Plan (m)?
A
dein
B
deinen
C
deinem
D
deiner

Slide 19 - Quizvraag

Wir gehen mit (onze) ______ Eltern (mv) zu dem Konzert.
A
unsere
B
unseren
C
unserer
D
unser

Slide 20 - Quizvraag

Ich gebe (mijn) _______ Bruder (m) ein Buch.
A
mein
B
meinen
C
meine
D
meinem

Slide 21 - Quizvraag

Sie kauft (een) _____ neuen Computer (m).
A
ein
B
eine
C
einen
D
einem

Slide 22 - Quizvraag

Ik begrijp de grammatica over de Der-Gruppe en de Ein-Gruppe
-610

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Tekstslide