Er zijn verschillen tussen de woordvolgorde in het Spaans en in het Nederlands. Het belangrijkste verschil is dat alle werkwoorden in het Spaans bij elkaar staan.
- Volgorde 🡪 Onderwerp (ow) + alle werkwoord(en) (ww) + de rest van de zin.
Voorbeeld:
Ik koop een cadeau. Compro un regalo
Ik wil een cadeau kopen Quiero comprar un regalo