5.1 Migratie in de wereld

5.1 Migratie in de wereld






3 havo 
Open tabs op scherm of/boek:
1. BuiteNLand open op tekst 5.1 
2. Lessonup
3. evt aantekening programma/papier
Niets anders
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.1 Migratie in de wereld






3 havo 
Open tabs op scherm of/boek:
1. BuiteNLand open op tekst 5.1 
2. Lessonup
3. evt aantekening programma/papier
Niets anders

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
  • Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
  • Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
  • Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
  • Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren. 
Lees nu in 5 minuten de tekst van 5.1 door met deze leerdoelen in je achterhoofd

Slide 3 - Tekstslide

Buitenlandse migratie
Emigratie
Immigratie
Binnenlandse migratie

verhuizen en daarbij een grens overschrijden

vanuit Nederland naar Duitsland verhuizen
vanuit Duitsland naar Nederland komen.
Van de Randstad naar Texel verhuizen

Slide 4 - Sleepvraag

Binnenlandse migratie:
verhuizen binnen land
Buitenlandse migratie:
verhuizen ander land
Verlaten = emigrant
Vestigen = immigrant

Slide 5 - Tekstslide

Migratiepatroon
Mensen vestigen zich in een ander land en vanuit je moederland noem je deze mensen emigrant

->  Iemand die een land verlaat om zich elders te vestigen.

In het land waar mensen zich vestigen vanuit een ander land heten deze mensen immigranten

->  Iemand die een land binnenkomt om zich daar te vestigen.



Slide 6 - Tekstslide

Nederland is voor migranten een....
A
vertrekgebied, want er zijn meer push factoren
B
vestigingsgebied, want er zijn meer pull factoren
C
vertrekgebied, want er zijn meer pull factoren
D
vestigingsgebied, want er zijn meer push factoren

Slide 7 - Quizvraag


Wereldwijd 250 miljoen internationale migranten 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom migreren mensen weet je uit de brugklas / uit het doorlezen van de paragraaf?

Slide 9 - Woordweb

Waarom migreren mensen?
  • Economische redenen: arbeidsmigranten (grootste groep), internationale studenten
  • Sociale redenen: gezinsmigranten (gezinsvorming en gezinshereniging)
  • Politieke redenen: vluchtelingen 
  • Ecologische redenen: ?

Slide 10 - Tekstslide

Ecologische redenen


Natuurrampen
overstromingen, tornado's, 
aardbevingen etc.  
Zeespiegelstijging
Pensionado's naar Spanje voor..?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?

Slide 12 - Open vraag

Zometeen kijk je een stuk film
Waarom is Aly van Mali naar Frankrijk gemigreerd? 
Tot welke van de redenen in §5.1 kan dit gerekend worden?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Bekijk het filmpje. Waarom is Aly van Mali naar Frankrijk gemigreerd? Tot welke van de redenen in §5.1 kan dit gerekend worden? Leg uit.

Slide 15 - Open vraag

Welke vorm van migratie verplaatst zich voornamelijk op deze manier?

Hoeveel vluchtelingen zijn er in Nederland?

Slide 16 - Tekstslide

Aspiraties en mogelijkheden
Waar komen migranten vandaan?
Middeninkomenlanden zoals:
Mexico, Marokko, Turkije en de Filipijnen

hoge opleiding 
niet uit de arme families.
 

Slide 17 - Tekstslide

Welke mensen uit die landen?
  1. jonge mensen 
  2. hoger opgeleid 
  3. mensen met geld 
  4. mensen met contacten 

Slide 18 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat er wordt bedoeld met dit woord: aspiraties
Geen idee? Zoek het op, hou hierbij rekening met de context van deze paragraaf

Slide 19 - Open vraag

Kettingmigratie en migratienetwerken

Kettingmigratie: gestarte migratie leidt tot meer migratie

Slide 20 - Tekstslide

Waarom leidt eenmaal gestarte migratie vaak tot méér migratie? Geef hiervan een voorbeeld

Slide 21 - Open vraag

Maakwerk 5.1
Verwerk nu je kennis van migratie, maak opdracht 1, 2, 5, 6
6 is met de atlas, geen atlas thuis? Begin dan met 6.

Welk van de 3 lesdoelen moet je nu zelf met oefenen behalen?
1. Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
2. Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
3. Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren. 

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoel 1: Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
Ja
B
Nee
C
weet ik niet

Slide 23 - Quizvraag

Lesdoel 2: Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 24 - Quizvraag

Na deze les heb ik de volgende vraag:

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag 
Volg de studieplanner en maak de opdrachten van §5.1 digitaal. Controleer je antwoorden zelf. 

Lastig? Maak de box bij §5.1 over aspiraties en mogelijkheden. 

Slide 26 - Tekstslide