1.2. Ontwikkeling van de wereldeconomie

Herhaling 1.1. + start 1.2 wereldeconomie
Ontwikkeling van de wereldeconomie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 1.1. + start 1.2 wereldeconomie
Ontwikkeling van de wereldeconomie

Slide 1 - Tekstslide

Noem alle BRICS landen. En schrijf één gemeenschappelijk kenmerk op voor deze landen

Slide 2 - Open vraag

Waarom verplaatsen MNO's hun productieafdelingen naar lageloonlanden maar het hoofdkantoor niet?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is het nu wel mogelijk om de productieketen op te delen, maar in 1950 niet?

Slide 5 - Open vraag

  • Tijdruimtecompressie
  • Technologische vooruitgang: transport en informatie / communcatie

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat 'global shift' betekent.

Slide 7 - Open vraag

Digitale bron Global Shift

Slide 8 - Tekstslide

Maak in je schrift een tijdlijn vanaf de koloniale periode tot nu.
Schrijf bij elke fase de belangrijkste kenmerken + begrippen

Bij 2020- toekomst doe je een voorspelling: Hoe denken dat je de wereldeconomie zich gaat ontwikkelen? (minstens 100 woorden)


- 1500-1800
- 1800-1945
- 1945-1990
-1990 - 2020
-2020 - toekomst




timer
15:00
Gebruik je leerboek + Atlas

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Voorbereiding 1.2.
1. Wat waren de belangrijkste kenmerken van het "handelskolonialisme" (1500-1800) en het "industrieel kolonialisme" (1800-1950) in de wereldeconomie?
2. Hoe veranderde de wereldorde na de Tweede Wereldoorlog en wat waren de belangrijkste gevolgen van dekolonisatie voor de voormalige koloniën?
3. Wat waren de twee belangrijkste blokken tijdens de Koude Oorlog, en hoe probeerden ze hun invloed in de wereld te vergroten?
4. Wat zijn enkele belangrijke kenmerken van een vrijemarkteconomie, en hoe heeft het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de wereldorde beïnvloed?
5. Welke voordelen worden geassocieerd met vrijhandel tussen landen, en hoe hebben Chinese bedrijven geprofiteerd van vrijhandel om hun positie in de wereldeconomie te versterken?

Slide 12 - Tekstslide

Handelskolonialisme
tot 1850
voor handel van
- landbouwproducten (plantages)
- mijnbouwproducten (mijnen)

Slide 13 - Tekstslide

Koloniale handelsverhoudingen 
(1500 - 1950)
- Op het ''hoogtepunt'' van het kolonialisme (1914) waren de twee grootste Europese koloniale machten: Groot-Brittannië + Frankrijk.

- Nederland bezat twee grote kolonies: Nederlands-Indië + Suriname.

- De dekolonisatie verliep snel na WO II.

Slide 14 - Tekstslide

Handelskolonialisme 
(1500 - 1800)
Kenmerken:
- Kolonies leveren grondstoffen en arbeidskrachten (slaven).
- Langs de kusten ontstaan plantages.

Slide 15 - Tekstslide

Industrieel kolonialisme
(1800 - 1950)
Het industrieel kolonialisme (oftewel imperialisme) is de fase waarin Europese moederlanden koloniën stichtten die ze zelf bestuurden, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen.

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is het handelskolonialisme overgegaan in industrieel kolonialisme?
Door de opkomst van de industrie werd het voor Europese landen belangrijk om:

  • - verzekerd te zijn van de aanvoer van grondstoffen
en
  • - een afzetmarkt te hebben voor hun industrieproducten.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is daarvan het gevolg geweest?
  • - Vroegere handelsgebieden werden onderdeel van het moederland. Op tal van terreinen - bestuur, onderwijs, handel en ontwikkeling - verstevigde het moederland haar greep op de kolonie. 
  • - Door de industrialisatie nam de wereldhandel enorm toe, maar de handelsstromen verliepen steeds meer binnen het koloniale rijk.

Slide 18 - Tekstslide

Einde van een oude relatie
(1950 - 1990)
De afloop van WO II levert twee belangrijke veranderingen op in de wereldorde:
1. Dekolonisatie
2. De wereld wordt opnieuw ingedeeld, er ontstaan drie blokken. Het westerse en het communistische blok, met name de VS en de Sovjet Unie, staan lijnrecht tegenover elkaar.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Vrijhandel verandert de wereld
(na 1990)
Na de ineenstorting van de Sovjet Unie in 1989 wordt de wereldorde opnieuw opgeschud. De vrijemarkteconomie wordt het belangrijkste economische systeem op aarde. Een belangrijk kenmerk daarvan is dat de prijs van goederen en diensten wordt bepaald door de wet van vraag en aanbod.

Slide 21 - Tekstslide

OPDRACHT
Vrijhandel: voor- of nadelig voor een land?
1. Buitenlandse concurrentie
2. Vorming van grote bedrijven
3. Regionale specialisatie
4. Vrij toegang tot de buitenlandse afzetmarkt
5. Goedkopere producten
6. Binnenlandse bedrijven failliet
7. Protectionisme verboden

Slide 22 - Tekstslide

Voordelig

2. Vorming van grote bedrijven
3. Regionale specialisatie
4. Vrij toegang tot de buitenlandse afzetmarkt
5. Goedkopere producten

Waarom?

2. Grote afzetmarkt bereikbaar
3. Land maakt producten waar het goed in is
4. Bedrijf kan internationaal concurreren
5. Consument profiteert

Slide 23 - Tekstslide

Nadelig

1.  Buitenlandse concurrentie
6. Binnenlandse bedrijven failliet
7. Protectionisme verboden

Waarom?

1. Kans op faillissement
6. Buitenlandse concurrentie
7. Geen bescherming eigen bedrijven tegen buitenlandse concurrentie

Slide 24 - Tekstslide

Conclusie
Aandeel in de wereldhandel wordt gestuurd door:
- Politieke ontwikkelingen in de wereld
- Economische ontwikkelingen in landen en in de wereld

Slide 25 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Opties:
  • 1. Examenvragen oefenen
  • 2. LessonUp maken, oefentoets
  • 3. Boxopdracht maken 1.1. Global Shift
  • 4. De opdrachten van paragraaf 1.1. en 1.2. nakijken 
  • Vaardigheden paragraaf Grafieken
___________________________________________________________
Ben je klaar  met het een, dan kies je het ander...

Slide 26 - Tekstslide