Vragers en aanbieders H1

Vragers en aanbieders



Kosten & opbrengsten
Hoofdstuk 1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vragers en aanbieders



Kosten & opbrengsten
Hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt het marktaandeel in % van de omzet en afzet berekenen
  • Je kent en kunt rekenen met de formules, TO, TK, TVK, TCK, TW 
  • Je kunt omzet berekenen


Slide 2 - Tekstslide

Marktaandeel

Slide 3 - Tekstslide

Wat is omzet en afzet ook alweer?
Omzet =....
Afzet = ....

Slide 4 - Open vraag

Marktaandeel

Slide 5 - Tekstslide

Verschil variabele en constante kosten

  • Vaste kosten (constante kosten): zijn kosten die niet afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten  (huur, gas/water/licht, sommige loonkosten)
  • Variabele kosten: zijn kosten die wel afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten (materiaalverbruik, brandstof, sommige loonkosten)

Slide 6 - Tekstslide

Opbrengsten en kosten
TO = Totale opbrengst = omzet = verkoopprijs x afzet
TK = Totale kosten = totale constante kosten 
                                    + totale variabele kosten

Wat is het verschil tussen constante en variabele kosten?

TW = Totale winst = TO - TK

Slide 7 - Tekstslide

Samen maken:
Opgave 1.6

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

BEP= 
de afzet waarbij je geen verlies en geen winst maakt.
Break-even punt

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld van BEP.
Breakevenafzet is 125 en de breakeven omzet is 5.000

Slide 12 - Tekstslide

Break-even omzet
Als je de break-even afzet weet kun je heel gemakkelijk 
de break-even omzet berekenen:

=  break-even afzet  x  verkoopprijs per stuk

Slide 13 - Tekstslide

Break-evenanalyse in een grafiek
Wanneer de lijn van de totale omzet en totale kosten elkaar snijden: break even point.
De omzet is dan gelijk aan de 
kosten
, dus de winst=0 
TO = Totale opbrengsten
TK = Totale kosten 
TCK = totale constante kosten 
BEP = break-evenpunt 


Slide 14 - Tekstslide

Ga nu maken:
Opgave 1.8

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kent en kunt rekenen met de formules, GO, GTK, GVK, GCK

Open je boek op blz. 8

Slide 16 - Tekstslide

(Gemiddelde) totale kosten
De gemiddelde kosten zijn de totale kosten gedeeld door de productie omvang (q):

GTK = TK / q
GTK = GVK + GCK
TK = TVK + TCK



Slide 17 - Tekstslide

 1.9 maken

Slide 18 - Tekstslide

Blz. 10
BEA is bij TO = TK

TO / q =   =  Gemiddelde Opbrengst (GO)
TK / q =  Gemiddelde totale kosten (GTK)

BEA is ook bij: GO=GTK

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
 Maken 1.10

Slide 20 - Tekstslide

Vragers en aanbieders



Marginale kosten & opbrengsten
1.3

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat MO en MK zijn
  • Je kunt verklaren dat de winst maximaal is bij MO = MK
  • Je kunt de relatie tussen het verloop van MK en GVK uitleggen en dit koppelen aan progressie, degressie en proportioneel

Open je boek op blz. 11

Slide 22 - Tekstslide

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 23 - Tekstslide

Maximale winst berekenen 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen, hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

Vaak geldt het volgende:
MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P (constante prijs)
MK = Marginale kosten  → MK = GVK (prop.variabele kstn.)

Slide 24 - Tekstslide

Samen 1.11 en 1.12 maken

Slide 25 - Tekstslide

Ga nu maken:
Opgave 1.13

Slide 26 - Tekstslide