Talent 2.1 Fictie

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Tekstslide

Talent 2.1 Fictie

Slide 2 - Tekstslide

Ik lees wel eens een boek voor mijn plezier
ja, twee/drie boeken per jaar
ja, 1 boek per jaar
nee, alleen omdat het moet
ja, best veel boeken

Slide 3 - Poll

leerdoelen fictie
  • Ik weet hoe je een geschikt boek kunt kiezen om te lezen.
  • Ik weet hoe je tijd en plaats herkent in een verhaal.
  • Ik weet wat chronologische volgorde in een verhaal is.

Slide 4 - Tekstslide

Waar let je op als je een boek kiest?
  • Je kijkt naar het uiterlijk van een boek (titel, hoe ziet de kaft eruit, wat voor soort verhaal is het en wat staat er op de flap?)
  • Je kijkt naar de auteur van het boek, herken je de schrijver? Heb je al eerder iets van deze schrijver gelezen?
  • Van welke uitgeverij is het boek?
  • Is het boek van een serie? Dus bijv. Grijze Jager, Harry Potter, Hoe overleef ik-boeken.

Slide 5 - Tekstslide

Welke boekenserie ken jij?

Slide 6 - Open vraag

Lees deze tekst in je boek (blz. 93). Maak opdracht 4 op bladzijde 94.

Slide 7 - Tekstslide

Plaats in een verhaal
Een verhaal speelt zich ergens af: een plaats. Dit kan in Nederland zijn of in een ander land, in Zwijndrecht of in een pretpark, op het voetbalveld of op school. 
De plaats in een verhaal is belangrijk, de schrijver vertelt waar een verhaal zich afspeelt. De schrijver vertelt hoe de ruimte eruit ziet, hoe het voelt, hoe het ruikt. Je kunt je dan voorstellen waar de hoofdpersoon is.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Lees tekst 2 (blz. 94) en maak in tweetallen opdracht 5 en 6.

Slide 9 - Tekstslide

Tijd in een verhaal
Een verhaal speelt zich af in een bepaalde tijd in de geschiedenis:
  • in het verleden, bijvoorbeeld de prehistorie, in de middeleeuwen of in de Tweede Wereldoorlog;
  • in het heden, in de tijd waarin we nu leven met auto's, computers en mobieltjes;
  • in de toekomst, bijvoorbeeld een verhaal uit het jaar 2250 met supersonische uitvindingen, schoolreisjes naar de maan.

Slide 10 - Tekstslide

Volgorde van vertellen van een verhaal
Als een verhaal wordt verteld in de volgorde waarin de gebeurtenissen plaatsvinden, dan is de volgorde chronologisch

Slide 11 - Tekstslide

Terugblik
  • Hoe kun je een boek kiezen? Waar let je op?
  • Hoe herken je de tijd in een verhaal?
  • Hoe herken je de plaats in een verhaal?
  • Wat is chronologische volgorde in een verhaal? 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe kun je een geschikt boek kiezen? Waar let je op?

Slide 13 - Open vraag

Hoe herken je de tijd in een verhaal?

Slide 14 - Open vraag

Hoe herken je de plaats in een verhaal?

Slide 15 - Open vraag

Wat is chronologische volgorde in een verhaal?

Slide 16 - Open vraag