G.L. H3 Chap.5 vocabulaire Wieger en Jurre H3B

G.L. H3 Chap. 5 vocabulaire Havo3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

G.L. H3 Chap. 5 vocabulaire Havo3

Slide 1 - Tekstslide

Nu een paar vragen...

klik op de juiste vertaling

Slide 2 - Tekstslide

klik op de juiste vertaling van:
confier
A
toevertrouwen
B
de dochter
C
uitleggen
D
begeleiden

Slide 3 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
pour le plaisir
A
voor de dag komen
B
voor de lol
C
de keuken
D
we gaan winnen

Slide 4 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
toelaten
A
dépendre
B
permettre
C
prêter
D
impressionner

Slide 5 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
muziek schrijven
A
l'aventage
B
le musicien
C
composer
D
lutter

Slide 6 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
de informatie
A
le fromage
B
confier
C
le information
D
le renseignement

Slide 7 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
Prêter
A
slaan
B
strijden
C
eten
D
lenen

Slide 8 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
het vuur
A
le dos
B
confier
C
le feu
D
la honte

Slide 9 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
le billet
A
het kaartje
B
de stok
C
het huis
D
het bankbiljet

Slide 10 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
la course
A
de weg
B
het stuk
C
de race
D
de gemeente

Slide 11 - Quizvraag

klik op de juiste vertaling van:
la course
A
vertrouwen
B
de sfeer
C
de songtekst
D
de gemeente

Slide 12 - Quizvraag

Nu een sleepvraag

sleep de woordjes naar de juiste vertaling

Slide 13 - Tekstslide

de kelder
verlaten
het kapsel
stoppen
la cave
la coiffure
arrêter
quitter

Slide 14 - Sleepvraag

Nu wat zinnen


vertaal de franse of nederlandse zin

Slide 15 - Tekstslide

vertaal de volgende zin:
Salut, ça va?

Slide 16 - Open vraag

vertaal de volgende zin:
Tu aimes les sports d'equipe?

Slide 17 - Open vraag

vertaal de volgende zin:
Tu y étais avec qui_

Slide 18 - Open vraag

vertaal de volgende zin:
Ik ben het niet met je eens.

Slide 19 - Open vraag