Les 1A - Verlichting

Hoofdstuk 4: Tijd van Pruiken en revoluties

1700-1800
Vroegmoderne tijd
§4.1 De pruikentijd

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Tijd van Pruiken en revoluties

1700-1800
Vroegmoderne tijd
§4.1 De pruikentijd

Slide 1 - Tekstslide

Plan vandaag
Basis informatie H4
Uitleg §4.1 De pruikentijd
Uitleg posterproject 
Start zelfstandig werken


Leerdoelen:
- Je kunt verklaren hoe de verlichting zorgde voor een andere manier van denken.
- Je kunt uitleggen welke kritiek er was op de samenleving.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
tijdvak: tijd van pruiken en revoluties
jaartallen: 1700-1800
periode: vroegmoderne tijd
jaartallen: 1500-1800
kenmerkende gebeurtenissen: de Verlichting, drie democratische revoluties, en de afschaffing van slavernij

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg posteropdracht (1x)
  • De poster maak je analoog (dus niet digitaal), maar je mag afbeeldingen van het internet gebruiken. Je moet zelf zorgen dat je deze afbeeldingen hebt uitgeprint voor het begin van de les
  • Per paragraaf krijg je een checklist: hierin staat wat je per paragraaf moet verwerken op je poster.
  • Je krijgt 1 cijfer met z'n tweeën: zorg er dus voor dat jullie evenveel doen.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg begin 18e eeuw
  • Rond 1700 verloor Nederland haar economische voorsprong:
  1. Nijverheid en handel gaan achteruit
  2. De VOC maakte steeds minder winst. 
  3. In veel steden groeiden werkloosheid en armoede.
Maar!! het ging wel goed met de banken. Amsterdam is het
financiële centrum van Europa
  • Groot-Brittannië (Engeland en Schotland) en Frankrijk
    profiteren van de slechte Nederlandse economie, maar
    niet iedereen: er is veel armoede.

Slide 5 - Tekstslide

Pruikentijd
Populair gemaakt door Franse koning Lodewijk XIV
  • trendsetter
  • Maar waarom? geslachtsziekte syfilis werd je kaal
  • symbool van elite
Wit door de poeder die erover werd gestrooid tegen de geur

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Uitleg posteropdracht (1x)
  • In tweetallen maak je een informatieve poster met illustraties (plaatjes)  waarin de informatie van paragraaf 4.2 t/m 4.4 is verwerkt
  • Jullie werken de §4.2: De Amerikaanse Revolutie, §4.3: De Franse Revolutie, en §4.4: De Bataafse Revolutie uit en gebruiken de informatie van de paragrafen en mijn uitleg in je poster.
  • Per week werk je aan één paragraaf.
  • deadline: week 7 (voor de voorjaarsvakantie)
     

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Uitleg Verlichting
In de Franse standenmaatschappij zijn er verschillende standen hadden verschillende privileges en rechten
  1. Geestelijkheid: weinig belasting en heerlijke rechten
  2. Adel: weinig belasting en heerlijke rechten
  3. Boeren en burgers: bijna alle belasting

Hoe zo veel belasting?
  • Indirecte belasting: belasting bij aankoop van
    producten
  • betalen voor het gebruik van de grond en tegen
    betaling verplicht de graanmolen van hun heer gebruiken.


Eerste stand: geestelijkheid

Tweede stand:
Edelen


Derde stand:
boeren en burgers

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg Verlichting
Er kwam kritiek op de Franse standenmaatschappij 


Slide 11 - Tekstslide

Uitleg posteropdracht (1x)
  • In tweetallen maak je een informatieve poster met illustraties (plaatjes)  waarin de informatie van paragraaf 4.2 t/m 4.4 is verwerkt
  • Jullie werken de §4.2: De Amerikaanse Revolutie, §4.3: De Franse Revolutie, en §4.4: De Bataafse Revolutie uit en gebruiken de informatie van de paragrafen en mijn uitleg in je poster.
  • Per week werk je aan één paragraaf.
  • deadline: week 7 (voor de voorjaarsvakantie)
     

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg posteropdracht (1x)
  • De poster maak je analoog (dus niet digitaal), maar je mag afbeeldingen van het internet gebruiken. Je moet zelf zorgen dat je deze afbeeldingen hebt uitgeprint voor het begin van de les
  • Per paragraaf krijg je een checklist: hierin staat wat je per paragraaf moet verwerken op je poster.
  • Je zorgt er dus voor dat jullie evenveel doen.

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken:
  • Maak opdr 1 t/m 5 in je werkboek
  • Begin aan een samenvatting van 4.1
    - financieel centrum
    - standenmaatschappij
    - rechten en privileges
    - indirecte belasting

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Tijd van Pruiken en revoluties

1700-1800
Vroegmoderne tijd
§4.1 De pruikentijd

Slide 15 - Tekstslide

Plan vandaag
Uitleg §4.1 De Verlichting
Opdracht kenmerken verlichting

Leerdoelen:
- Je kunt verklaren hoe de verlichting zorgde voor een andere manier van denken.
- Ik kan een omschrijving geven van de verlichting aan de hand van vier kenmerken: godsdienst, kennis, mensenrechten en politiek

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg Verlichting
  • Door de wetenschappelijke revolutie veel
    belangrijke 
    ontdekkingen gedaan
  • In westerse landen veel belangstelling voor
      
    zelfstandig nadenken
  • Alles kunnen begrijpen en verklaren door hun
      
    verstand (rede) te gebruiken (rationeel denken)
  • Kwaad en ellende kwam doordat mensen
     te dom waren: dus kennis nodig

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Uitleg Verlichting
  • De Verlichting: het lampje (of kaars) van de kennis gaat aan. Mensen komen uit de duisternis van domheid
  • Centrum van de verlichting is Parijs, specifiek in salons: hier werden de ideeën besproken en gedeeld
  • Ideeën komen van filosofen, zij dachten
    na over vier onderwerpen: kennis, 
    godsdienst, mensenrechten en politiek

Slide 19 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Tijd van Pruiken en revoluties

1700-1800
Vroegmoderne tijd
§4.1 De pruikentijd

Kennis                 Godsdienst




Mensen-                       Politiek
rechten
Opdracht verlichting
  1. Verdeel je schrift in vier vlakken met in ieder vlak een onderwerp
  2. Lees §4.1 
  3. Zoek welke nieuwe ideeën er waren over de onderwerpen in het schema en schrijf deze in je schrift
  4. Welke filosofen hadden deze ideeën? Schrijf hun namen er bij. 
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Filosofen: Diderot en d’Alembert
Filosoof: Voltaire 
Filosofen: John Locke en Charles Montesquieu
Filosoof: Rousseau

Slide 21 - Tekstslide

Trias politica
  1. de wetgevende macht (het parlement) moet de wetten maken

  2. de uitvoerende macht (de regering) moet de wetten naleven en zorgen dat ook anderen dat doen

  3. de rechterlijke macht, die bestond uit onafhankelijke rechters, moet volgens de wetten rechtspreken.
controleert
controleert

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video