Rekenen met Verhoudingen en Breuken

Rekenen met Verhoudingen en Breuken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Rekenen MBOMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Rekenen met Verhoudingen en Breuken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie rekenen met verhoudingen en breuken en kunnen jullie voorbeeldsommen oplossen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over rekenen met verhoudingen en breuken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verhoudingen?
Verhoudingen geven de relatie tussen verschillende hoeveelheden aan, bijvoorbeeld 3 op de 5 leerlingen hebben een fiets.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhoudingstabellen
Verhoudingstabellen worden gebruikt om verhoudingen visueel weer te geven, bijvoorbeeld om te berekenen hoeveel geld iemand krijgt op basis van de gewerkte uren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn breuken?
Breuken worden gebruikt om delen van een geheel te representeren, bijvoorbeeld 1/4 van een pizza.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breuken en decimale getallen
Breuken kunnen ook worden geschreven als decimale getallen, bijvoorbeeld 1/2 is gelijk aan 0,5.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breuken optellen en aftrekken
Breuken kunnen worden opgeteld en afgetrokken door de noemers gelijk te maken en vervolgens de tellers bij elkaar op te tellen of van elkaar af te trekken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breuken vermenigvuldigen
Breuken kunnen worden vermenigvuldigd door de tellers met elkaar te vermenigvuldigen en de noemers met elkaar te vermenigvuldigen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breuken delen
Breuken kunnen worden gedeeld door de eerste breuk te vermenigvuldigen met het omgekeerde van de tweede breuk.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhoudingen en breuken in de praktijk
Verhoudingen en breuken worden veel gebruikt bij bijvoorbeeld het koken, het berekenen van kortingen en het verdelen van geld.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldsom: Verhoudingen
Stel, een recept voor 4 personen vereist 500 gram bloem. Hoeveel bloem heb je nodig voor 6 personen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizvraag: Breuken optellen
Wat is de som van 1/3 + 2/5?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldsom: Breuken vermenigvuldigen
Bereken 2/3 x 4/5.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizvraag: Breuken delen
Wat is de uitkomst van 3/4 ÷ 2/3?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing: Koken
Een recept voor 8 muffins vereist 3/4 kopje suiker. Hoeveel suiker heb je nodig voor 12 muffins?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing: Korting berekenen
Een kledingstuk is afgeprijsd met 25%. Hoeveel euro bespaar je als het oorspronkelijke bedrag 80 euro was?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing: Geld verdelen
Jantje, Pietje en Klaasje hebben samen 100 euro. Jantje krijgt 1/4 van het bedrag, Pietje krijgt 1/3 en Klaasje krijgt de rest. Hoeveel euro krijgt Klaasje?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Jullie hebben geleerd hoe je verhoudingen en breuken kunt gebruiken in verschillende situaties en hoe je ermee kunt rekenen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.