H1.3 Diensten deel 1 AANGEPAST

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

H1.3 Diensten 

Wat gaan we doen? 

• Start paragraaf 3 
  
• Opdrachten maken 
• Terugblikken les 

Leerdoelen paragraaf 3

• Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.  
• Je kunt voorbeelden geven van voorzieningen met en zonder een baliefunctie . 
• Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en specialistische voorzieningen. 
• Je kunt voorbeelden geven van commerciële diensten en niet-commerciële diensten 
• Je kunt met voorbeelden uitleggen waar je verschillende soorten voorzieningen vindt en waarom dat zo is. 

Noem een beroep uit de dienstensector

Wat betekent het woord voorzieningen? 

Voorziening 

= Een bedrijf of instelling waar je naartoe gaat om een product of dienst te halen. 

Voorbeelden 
Product: schoenen
Dienst: kapper 

Kenmerken van  voorzieningen 

• Wel of geen baliefunctie: 
  - wel in een ziekenhuis of restaurant 
  - niet bij een verzekeringskantoor 
  
  
• Hoe vaak de voorziening wordt bezocht:
  - dagelijkse voorzieningen
  - specialistische voorzieningen 
  
  
• Commercieel of niet-commercieel: 
  - een winkel moet winst maken 
  - een school niet 

Baliefunctie= als klanten vooral zelf naar het kantoor (moeten) komen en de zaak niet schriftelijk of telefonisch af kunnen handelen

Dagelijkse voorzieningen: iedere dag of week --> bijvoorbeeld: supermarkt of bakker. 

Gespecialiseerde voorzieningen: heel af en toe --> voorbeeld: Rijksmuseum, pianowinkel

Voorziening: ING bank 

• Wel of geen baliefunctie? 
• Is het een dagelijkse of gespecialiseerde voorziening? 
• Is het commercieel of niet-commercieel 

Wat gaan we doen? 

Wat: klassikaal vragen maken 

Wie: Individueel 
Hoe: in stilte 

Tijd: 10-15 minuten 

Vraag?: Steek je vinger in de lucht 

Klaar?: Beginnen met het maken van opdrachten 1 tot en met 5. 

Welk plaatje hoort bij welke sector? 

Secundaire sector 

Primaire sector 

Tertiaire sector 

Welk begrip hoort hierbij?
Voorziening waarvan je de diensten of producten dagelijks gebruikt

1. Voorziening
2. Dagelijkse voorziening
3. Specialistische voorziening

Waar of niet waar: Een school is een dagelijkse voorziening

1. Waar
2. Niet waar

Welk antwoord hoort bij een voorziening met een baliefunctie?

1. Ziekenhuis
2. Uitzendbureau
3. Verzekeringskantoor

Welk antwoord hoort bij een voorziening zonder een baliefunctie

1. Ziekenhuis
2. Kapper
3. Verzekeringskantoor

Geef een voorbeeld van een
specialistische voorziening
(geen ziekenhuis)

Waar of niet waar: Een huisartsenpost is een niet-commerciële voorziening

1. Waar
2. Niet waar

Noem een voorbeeld van een commerciële voorziening

Leerdoelen paragraaf 3

• Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.  
• Je kunt voorbeelden geven van voorzieningen met en zonder een baliefunctie . 
• Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en specialistische voorzieningen. 
• Je kunt voorbeelden geven van commerciële diensten en niet-commerciële diensten 
• Je kunt met voorbeelden uitleggen waar je verschillende soorten voorzieningen vindt en waarom dat zo is. 

Volgende les

• SO bespreken H1.1 en H1.2 
• Verder werken aan paragraaf 3 

Aan de slag 

Wat: maken opdracht 1 t/m 5 (WB 13/14) (LB 12/13)
Wie: individueel of samen directe buur 
Hoe: fluistertoon
Tijd: 10 minuten 
Vraag?: Vraag hem eerst aan je directe buur
Klaar?: Vraag aan mij voor de volgende opdracht