les 6

LES
  1. SO bespreken
  2. Lezen 1.3 + uitleg 
  3. Opdrachten maken
  4. -pauze-
  5. huiswerk 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

LES
  1. SO bespreken
  2. Lezen 1.3 + uitleg 
  3. Opdrachten maken
  4. -pauze-
  5. huiswerk 

Slide 1 - Tekstslide

SO bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.

- Je kunt voorbeelden geven van diensten met en zonder baliefunctie.

- Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en gespecialiseerde voorzieningen.

- Je kunt voorbeelden geven van commerciële en niet-commerciële diensten.

- Je kunt uitleggen wat de begrippen reikwijdte en verzorgingsgebied betekenen.

Slide 4 - Tekstslide

KLASSIKAAL LEZEN 1.3

Slide 5 - Tekstslide

Welke sectoren zijn er ?
De eerste sector ( primair )

De tweede sector ( secundair )

De derde sector ( tertiaire )

Slide 6 - Tekstslide

Dienstensector
Winkels, restaurants, ziekenhuizen, scholen, transport, en vooral kantoren 



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Dienstensector is de grootste sector in Nederland.

Waarom? Dat komt omdat andere sectoren (Landbouw en industrie) steeds kleiner worden. Neem het voorbeeld aan mechanisatie waardoor steeds minder banen nodig zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bedrijven en instellingen die diensten aanbieden, worden ook wel voorzieningen genoemd.
Bedenk een voorbeeld van een voorziening

Slide 12 - Open vraag

ZELFSTANDIG WERKEN
Maak opdracht 1 t/m 4 van 1.3  
Je werkt in stilte tot de timer gaat. 
Hierna houden we even een pauze 

timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

er komen nu 3 sheets met aantekeningen

Slide 15 - Tekstslide

Bedrijven die diensten aanbieden noemen we:
Voorzieningen
Met baliefunctie

zonder baliefunctie

Wordt bezocht dóór klanten.

Restaurants, ziekenhuizen,

Klanten zien de medewerkers niet. 

Een verzekeringskantoor

Slide 16 - Tekstslide

Bedrijven die de diensten aanbieden noemen we:
Voorzieningen
Dagelijkse-voorzieningen
Gespecialiseerde voorzieningen
Bezoekers komen hier iedere dag of week

School, supermarkt 
Bezoekers komen hier vaak maar 1 keer. 

Pianowinkel, Rijksmuseum

Slide 17 - Tekstslide

Bedrijven die de diensten aanbieden noemen we:
Voorzieningen
Commercieel
Niet commercieel
Winkels die failliet gaan als zij geen omzet /winst maken
Voorzieningen waarvan de overheid weet dat iedereen het nodig heeft. 

Ziekenhuis, huisarts, school, politie 

Slide 18 - Tekstslide

Verzorgingsgebied
Een gebied waar de klanten van een bedrijf of voorziening wonen

Slide 19 - Tekstslide

Reikwijdte
De afstand die de klanten willen afleggen voor een dienst of goed. 

Slide 20 - Tekstslide

Waar vestigingen voorzieningen zich dan?
- Dagelijkse voorziening met baliefunctie
Als ergens veel mensen wonen heb je  ook veel scholen en restaurants. 

De reikwijdte van deze voorzieningen is niet groot. 
- Voorzieningen waar mensen voor willen reizen:


- Bedrijven zitten vaak bij elkaar in de buurt

- Schoenenwinkels in een winkelstraat
- Woonwinkels bij elkaar
-Autodealers samen op een terrein 


Slide 21 - Tekstslide

Waar vestigingen voorzieningen zich dan?
- Dagelijkse voorziening zonder baliefunctie
Ontvangen geen klanten maar moet wel goed bereikbaar zijn voor personeel. 

Langs de Snelweg dicht bij grote steden. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Aan de slag met huiswerk 
Maken opdracht : 5 en 8  van 1.3

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 25 - Tekstslide

Welke sector is in Nederland de grootste werkgever?
A
Diensten
B
Landbouw, visserij en mijnbouw
C
Industrie
D
Alle drie even groot

Slide 26 - Quizvraag

Wie heeft er een grotere reikwijdte?
A
Ziekenhuis
B
Supermarkt
C
Schoenenwinkel
D
Snackbar

Slide 27 - Quizvraag

Welke voorziening is er niet commercieel?
A
School
B
Supermarkt
C
Theater
D
Sportschool

Slide 28 - Quizvraag

In welke sector werken de meeste mensen in een arm land?
A
1ste
B
2de
C
3de
D
2 en 3

Slide 29 - Quizvraag