H16.3

H16
paragraaf 3 veiligheid in het verkeer
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H16
paragraaf 3 veiligheid in het verkeer

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Startopdracht (16.1 + 16.2)
Leerdoelen 
Uitleg + aantekeningen
Aan de slag

Lesuur 2 -> 16.4

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
Bryan (70 kg) is aan het wachten bij een stoplicht. Het stoplicht wordt groen. Hij levert 550 N aan spierkracht. Er is 125 N aan luchtweerstand.
Wat is de Resulterende kracht en de versnelling van Bryan?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
16.3.1 Je kunt uitleggen hoe een automobilist een verantwoorde, veilige snelheid kan kiezen.
16.3.2 Je kunt toelichten hoe de tweesecondenregel helpt om voldoende afstand te bewaren.
16.3.3 Je kunt met voorbeelden uitleggen dat de apk zorgt voor meer veiligheid op de weg.
16.3.4 Je kunt de functie beschrijven van de kooiconstructie en de kreukelzone van een auto.
16.3.5 Je kunt uitleggen hoe veiligheidsgordels, airbags en veiligheidshelmen de krachten bij een botsing verkleinen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Veiligheids-maatregelen
kreukelzone
autokooi
autogordel of veiligheidsgordel
airbag
hoofdsteun
valhelm

Slide 6 - Tekstslide

veiligheidsgordel
verdeeld de krachten over een grotere oppervlakte.
En zorgt ervoor dat je niet door de auto vlieg.
airbags hebben dezelfde werking 

Slide 7 - Tekstslide

veiligheidsgordel
de gordel zorgt ervoor dat je terug je stoel ingedrukt wordt tijdens een botsing.

het dragen van een gordel is zeer belangrijk. En verplicht


Slide 8 - Tekstslide

Wat denk je dat er gebeurt als je gordel zo dun is als een visdraad?

Slide 9 - Tekstslide

Veiligheidsmaatregelen in een auto

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Lees 16.3 zelf ook door -> VERPLICHT

Maak opgave: 2, 3, 4, 6 en 7

Ben je klaar? Maak dan de test jezelf van 16.1 tot en met 16.3
Tijd om vragen te stellen en opgaves bij te werken. 

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
16.4.1 Je kunt berekeningen uitvoeren met arbeid, kracht en afstand.
16.4.2 Je kunt uitleggen waarom 1 Nm arbeid op hetzelfde neerkomt als 1 J arbeid.
16.4.3 Je kunt berekeningen uitvoeren in situaties waarin de zwaarte-energie op het hoogste punt gelijk is aan de bewegingsenergie op het laagste punt.

Slide 13 - Tekstslide

Arbeid

Als je met een kracht een voorwerp verplaatst, 
verricht je arbeid. 

Slide 14 - Tekstslide

Arbeid (op je formuleblad)
Omdat die richting zo belangrijk is, is het ook een onderdeel van de formule voor arbeid. In formulevorm:


waarin:
             = arbeid (J)
             = kracht (N)
             = afstand (m)
            
W=Fs
s
W
F

Slide 15 - Tekstslide

Arbeid berekenen

Slide 16 - Tekstslide

Arbeid
W=Fs=505=250 J
Arbeid = kracht x afstand
W = F x s
[F] = N
[s] = m
[W] = Nm = J

Slide 17 - Tekstslide

Newtonmeter en Joule
Arbeid en newtonmeter zijn zo bedacht dat ze altijd hand in hand gaan met energie en Joule.

1 Nm = 1 J

Slide 18 - Tekstslide

Bewegingsenergie
De hoeveelheid bewegingsenergie hangt niet alleen af van de snelheid; de massa speelt ook een rol.
Hoe groter de massa, des te groter is de hoeveelheid bewegingsenergie. 
Bewegingsenergie ook wel kinetische energie genoemd.

bewegingsenergie = 0,5 × massa × snelheid in het kwadraat
Of in symbolen:
Ek = 0,5 ∙ m ∙ v2


Slide 19 - Tekstslide

Formule Kinetische energie
Kinetische energie is hetzelfde als bewegingsenergie!

Slide 20 - Tekstslide

zwaarte-energie

Slide 21 - Tekstslide

zwaarte-energie op het hoogste punt = bewegingsenergie op het laagste punt

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Lees trekken en hijsen goed door (verbanden trekken met formules)

Maken 16.3: 2, 3, 4, 6 en 7

16.4: 1, 2, 4, 5 en 7

Slide 23 - Tekstslide