MH14 woe 16-1-2025

MH14 woe 16-1-2025
Het huiswerk was:
Voordat de les begint je kauwgom in de prullenbak doen! Afhebben opdracht 2, 3, 5 en 6 blz 214/ 215. Leren groene theorie en aantek blz 214.
-nakijken huiswerk
-uitleg theorie persoonlijk en bezittelijk vnw blz 218
-maken opdr 1, 2 en 4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MH14 woe 16-1-2025
Het huiswerk was:
Voordat de les begint je kauwgom in de prullenbak doen! Afhebben opdracht 2, 3, 5 en 6 blz 214/ 215. Leren groene theorie en aantek blz 214.
-nakijken huiswerk
-uitleg theorie persoonlijk en bezittelijk vnw blz 218
-maken opdr 1, 2 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je het persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord herkennen en benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.

ze gaat naar de tandarts; hij is nogal lui; zij zijn een dagje weg; deze vulpen is van mij.

Slide 4 - Tekstslide

Pers. voornaamwoord

Persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw.)

Een persoonlijk voornaamwoord duidt een persoon, dier of ding aan en verwijst er dus naar.

VB. Zij verloren de wedstrijd. Pas op, hij bijt! Ik heb het op tafel gelegd.

Slide 5 - Tekstslide

Let op:
Kun je het woord vervangen door hij/ hem? --> pers vnw
Kun je het woord vervangen door zijn? --> bezit vnw

jou => pers vnw
jouw => bezit vnw

Slide 6 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan. Je geeft aan dat iets van iemand is. Het staat vóór een znw!

Vervang het woord door 'zijn', dan weet je of het een bezittelijke voornaamwoord is!

Dat is haar verrekijker. --> Dat is zijn verrekijker. --> Haar = bezittelijke voornaamwoord






Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord                Bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Tekstslide

Let op 'het'!
Let op: het woord het is persoonlijk voornaamwoord als het niet bij een zelfstandig naamwoord hoort en wel een duidelijke betekenis heeft:

  •  Dit verhaal is heel interessant, dus ik heb het (= dit verhaal) met aandacht gelezen.
  • Het meisje heeft een heel goed cijfer gehaald voor biologie.--> Het = blw ( het staat voor een znw)








Slide 9 - Tekstslide

Wat is GEEN persoonlijk voornaamwoord?
A
Zij
B
Men
C
Mijn
D
Ik

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb iets van Madelon geleend.

Het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
iets
C
Madelon
D
ik, iets

Slide 11 - Quizvraag

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
zij
B
zij, haar
C
zij, haar, haar
D
haar

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw.)?
A
duidt een persoon aan.
B
duidt een dier aan.
C
duidt een ding aan.

Slide 13 - Quizvraag

wat is een persoonlijk voornaamwoord?


A
mijn fiets
B
jij, hij, zij, het
C
eerste , tweede, derde
D
wie, wat, waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het persoonlijk voornaamwoord
A
Hij
B
Iedereen
C
Het
D
Niets

Slide 15 - Quizvraag

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar

Slide 16 - Quizvraag

Is ‘uw’ een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
persoonlijk
B
bezittelijk

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord?
A
ik
B
vergissen
C
mijn
D
me

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
duidt een persoon, dier of ding aan
B
geeft aan van wie iets is.

Slide 19 - Quizvraag

Blz 218/ 219:
--> Lezen groene theorie
--> Maken opdr 1, 2 en 4

Slide 20 - Tekstslide