oefenen: meervoud zelfstandig naamwoorden

meervoud van
der Satz
A
die Sätze
B
die Satze
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

meervoud van
der Satz
A
die Sätze
B
die Satze

Slide 1 - Quizvraag

meervoud van
der Erfolg
A
die Erfolge
B
die Erfolgen

Slide 2 - Quizvraag

meervoud van
der Sohn
A
die Söhne
B
die Sohnen

Slide 3 - Quizvraag

meervoud van
der Zug
A
die Zugen
B
die Züge

Slide 4 - Quizvraag

meervoud van
der Teil

Slide 5 - Open vraag

meervoud van
der Gruß

Slide 6 - Open vraag

die Kollegin
A
die Kolleginen
B
die Kolleginnen

Slide 7 - Quizvraag

die Oma
A
die Oma's
B
die Omas

Slide 8 - Quizvraag

die Vorbereitung
A
die Vorbereitungen
B
die Vorbereitunge

Slide 9 - Quizvraag

die Vorschrift
A
die Vorschriften
B
die Vorschrifts

Slide 10 - Quizvraag

das Handy
A
die Handies
B
die Handys

Slide 11 - Quizvraag

die Bemerkung
A
die Bemerkungen
B
die Bemerkunge

Slide 12 - Quizvraag

die Jury

Slide 13 - Open vraag

die Kenntnis

Slide 14 - Open vraag

die Ärztin

Slide 15 - Open vraag

das Päckchen
A
die Päckchen
B
das Päckchen

Slide 16 - Quizvraag

das Spiel
A
die Spiele
B
die Spielen

Slide 17 - Quizvraag

das Büchlein
A
die Büchlein
B
die Büchleine

Slide 18 - Quizvraag

das Erlebnis
A
die Erlebnise
B
die Erlebnisse

Slide 19 - Quizvraag

das Muster
A
die Muster
B
die Mustern

Slide 20 - Quizvraag

das Formular
A
die Formularen
B
die Formulare

Slide 21 - Quizvraag

das Pferd

Slide 22 - Open vraag

das Erlebnis

Slide 23 - Open vraag