In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.
Wat weet je nog? (1)
Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juis snel voorbij.
1. Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat?
2. Welke tegenstelling zie je in deze zin?
Ik wilde iets vergroten op het kopieerapparaat. Ik drukte echter op de knop van verkleinen.
1. Open blackboard
2. Ga naar Nieuw Nederlands
3. Log in op de website (leerlingnummer + wachtwoord)
4. Ga naar instellingen
5. Kies klas (1J vny)
6. Terug naar het startscherm
7. Kies de klas
Prijsverhoging --> samengesteld woord
Welke twee woorden herken je hierin?
Hergebruiken --> voorvoegsel
Her- = opnieuw, dus...
Smakeloos --> achtervoegsel
-loos = zonder, dus...
Voorvoegsel betekent een los woord voor een bestaand woord.
Achtervoegsel betekent een los woord achter een bestaand woord.