HV2-Unité 2 - RAD

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H2-Unité 2

C’est combien?

Les objectifs du cours

1. geld en zakgeld
2. praten over geld verdienen
3. vragen en zeggen wat iets kost
4. iemand vragen je geld te lenen.

Bienvenue

Spider cochon

Théorie

- Apprendre 3: het delend lidwoord

- Grammaire révision §20: de présent van de werkwoorden op -er

- Grammaire révision §22: passé composé van de werkwoorden op -er

- Grammaire révision §26.14: het werkwoord être

- Apprendre 6: het aanwijzend voornaamwoord

- Apprendre 8: pouvoir, vouloir

KLASREGELS

• Telefoons bewaar je in je tas. Eten en drinken doe je in de pauze. Je hebt je jas uit, en petje af.
  
• Het gebruik van laptop: alleen als de docent daar opdracht toe geeft.
  
• Je moet vragen of je van je plaats af mag, of je mag opstaan, of je door de klas moet lopen.
  
• Je zit recht op je stoel en doet mee met de les.
  
• Wanneer gevraagd moet je in stilte werken en je hand opsteken als je een vraag hebt. 
  
• Je mag pas weg als de bel gaat. 
• zorg dat je tafel en stoel weer netj.es staan

KLASREGELS

• Wij zorgen voor elkaar veiligheid 
• wij praten rustig met  elkaar
• wij hebben respect voor elkaar
• wij komen afspraken na en hebben de benodigde spullen bij.
• Wij houden het lokaal schoon heel en opgeruimd.

Waarom we frans praten in de les.

• het is een franse les
  
• (onbewust) vocabulaire, grammatica en zinstructuur te leren 
  
• een link te kunnen maken tussen wat je hoort en hoe je dat schrijft
  
• hoe meer je frans hoort en praat, de sterker je wordt 
  
• je spreekvaardigheid te verbeteren
• de basis van de taal en conversaties te leren kennen. 
  

Woordjes leren 

Hoe vaker je dit herhaalt, hoe beter dit in je lange termijn geheugen

komt.Beter iedere dag 10-15 minuutjes dan 3 uur net voor de toets.

Frans>Nederlands: de Nederlandse vertaling afdekken en hardop vertalen.

Nederlands>Frans: de Franse vertaling afdekken. Schrijf de Franse vertaling op en kijk

jezelf goed na / laat iemand anders nakijken.

Herhaal de fout geschreven woorden net zolang tot het goed gaat.

Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een apart vocabulaire schrift.

Bedenk je eigen systeem: zelf kaartjes maken, werk met kleurtjes, zelf

lijsten maken op categorie, ezelsbruggetjes bedenken, welke woorden

lijken op het Engels, enz.

Online overhoorprogramma’s: WRTS, WOZZOL, Quizlet

Grammatica leren

Luister naar de uitleg van de docent. Maak zelf aantekeningen bij de

uitleg. Hier leer je meer van dan alleen maar de grammatica lezen.

Stel actief vragen als je iets niet begrijpt.

Bekijk de video-uitleg in de metro van Carte Orange.

Soms heeft de docent een extra filmpje geplaatst in Magister.

Google eventueel zelf naar een uitleg op YouTube die jou helpt de stof

te begrijpen. Maak de grammatica oefeningen. Herhaal deze totdat je

het begrijpt.

Qu'est ce que nous allons faire?

Lundi 26 novembre 2018

1. Minispreekbeurten .  (5min)
2. Réviser (10min) :  - le présent des verbes réguliers par -er (§ 20)                                        - le passé composé des verbes réguliers par - er (§ 22A)                                      - le verbe "être" (§ 26.14)
3. Faire individuellement   puzzle de app. 5      

Terminé?? --> Fais un mindmap du Présent et P.C! 

Quiz Lessonup

Kies de présent van regarder.

1. Nous regardons
2. Nous regarder
3. On regardons
4. Il a regardé

Kies de passé composé van regarder.

1. Paul regarde
2. Il a regarde
3. Vous avec regardez
4. Tu as regardé

Kies de passé composé van être.

1. Nous etions été
2. Nous être avons
3. Nous sommes être
4. Nous avons été

Kies de passé composé van être.

1. Il est été
2. J'ai été
3. Vous avez être
4. Nous avons être

Qu'est ce que nous allons faire?

Vendredi 30 novembre 2018

1. Corriger ex. 7 (3min)
2. Uitleg: Het delend lidwoord A3 (vidéo) + ex. 9 (10min)
   
3. Faire individuellement ex. 8-10-11 (15 min)

Devoir: Préparer le jeu de rôle ex. 12. 

Tekst

Voor mannelijke woorden in het enkelvoud zet je

Voor vrouwelijke woorden in het enkelvoud zet je

Voor woorden in het enkelvoud die beginnen met een klinker of een stomme h zet je

Voor woorden in het meervoud zet je

Na een ontkenning of een woord van hoeveelheid krijg je 

du

de

de la 

des 

de l' 

de le 

de des

de les 

d'

à

Qu'est ce que nous allons faire?

Lundi 3 decembre 2018

1. Corriger ex. 8-10-11 (3min)
2. Lire et souligner les mots difficiles du Roman-photo + ex.13
3. Faire individuellement ex. 14-16 (10 min) Klaar? Quizlet A4-5
4. Faire ensemble Parler ex. 15 (5min). 

Qu'est ce que nous allons faire?

Vendredi 11 janvier 2019

1. Corriger ex.13-14-15 (3min) Répéter A4-A5
2. Uitleg Het aanwijzend voornaamwoord (A6)
3. Faire individuellement ex. 17-18-19 (15 min)
4. Faire ensemble Parler ex.20 (5min). 

Het aanwijzend voornaamwoord

mannelijk enkelvoud = ce.

vrouwelijk enkelvoud cette.

meervoud is altijd ces.

bijv. 

(Un porte-monnaie) il est où ___________porte-monnaie (m)?

Il était dans_______________ poche (v) .

j'adore_________________chansons.

Qu'est ce que nous allons faire?

Lundi 14 Janvier 2018

1. Corriger ex. 17-18-19 (10 min) + A6 uitleg
2. Faire ensemble ex. 21-22-23-24
3. Faire individuellement ex. 24 (5 min)

Qu'est ce que nous allons faire?

vendredi 18 Janvier 2019

1. Corriger ex. 24 (3 min)
2. Lire et souligner les mots difficiles des Conversations I-IV     + ex.25
3. Faire individuellement ex. 26-27 (10 min) + 5min overleg

Qu'est ce que nous allons faire?

Lundi 21 janvier 2019

1. Corriger ex. 26-27 (5min) +Répéter A7
2. Uitleg  pouvoir, vouloir (A8) + lessonuptest
3. Faire individuellement ex. 28-29 (15 min)                        Terminé?-->(verbuga Unité 2)

Tekst

Tu .... me prêter 20 euros?

.... ..... aller au cinéma ce matin. (pouvoir P.C)

Nous .... avoir plus d'argent de poche.

Elle ... des croissants au petit déjeuner.

Mes parents ne ....pas que j'aille au concert.

Vous ....  ....... devenir président à l'âge de 13ans. (vouloir P.C)

peux

pouvez

j'ai pu

veut

voulons

avoir voulu

peut

avez voulu 

as pouvoir

pouvons

veulent

Vendredi 11 janvier. Revisions Unité 2

1. Op een kladbrief: Geef de uitgangen van Chanter in présent en P.C (GR §20)(GR §22A).

(GR §26.14) vervoeg être in de présent en P.C.

2. Maak een tabel van: 

(A3) du, de la, de l', de, d', des. 

(A6) Ce, Cet, Cette, Ces

3. Klaar?     (A8) Vouloir et pouvoir (op verbuga Unité 2)

Kahoot: De ontkenning 

Qu'est ce que nous allons faire?

 ...janvier 2019

1. Corriger  ex. 28-29 (5 min)
2. Lire et souligner les mots difficiles des conversations III-IV     + ex.30
3. Faire individuellement ex. 31-32 (10 min) + 5min overleg
4. Kahoot 

Qu'est ce que nous allons faire?

.. Janvier 2019

1. Corriger ex. 31-32 (5min) + répéter A9
2. Faire ensemble Parler ex. 33 
3. Faire individuellement ex. 34-35
4. Flipquiz A7-10

Qu'est ce que nous allons faire?

.. Janvier 2019

1. Corriger ex. 33-34 (5min) + répéter A10
2. Option écouter A-B
3.  Option lire: docu-presse 
4. Faire individuellement le D-Toets 

Qu'est ce que nous allons faire?

.. Janvier 2019

1. Corriger le D-Toets(20min)
2. Travailler en silence pour le contrôle. (doelen op een post-it)

 -Apprendre 1-10

- GR §20: de présent van de werkwoorden op -er

- GR §22A: de passé composé van de werkwoorden op -er

- GR §26.14: être

Dictée (schrijftoets)

Pak een kladbrief, en schrijf de volgende zinnen. 

(een persoon ga achter het bord schrijven)

Dictée: 

1. Il est où, ton porte-monnaie?
   
2. Tu l'as peut-être perdu? 
   
3. Oh! On a volé mon porte-monnaie! On n'a plus de fric!
   
4. Voilà cinq euros, c'est tout ce que j'ai. 
   
5. Demain on peut faire de la musique pour gagner de l'argent. 
   
6. On pourra acheter plein de choses.
   

Qu'est ce que nous allons faire?

.. Janvier 2019

Voorbereiding van de luistertoets U2

1. Luistertoets oefennen met scripts Unité 1

        Audio C (Unité 1)

        Vragen Luistertoets unité 1

Qu'est ce que nous allons faire?

.. Janvier 2019

1. Corriger le D-Toets(20min)
2. Travailler en silence pour le contrôle. (doelen op een post-it)

 -Apprendre 1-10

- GR §20: de présent van de werkwoorden op -er

- GR §22A: de passé composé van de werkwoorden op -er

- GR §26.14: être