1kader 1.5 woorden

   1.5 Woorden            Welkom
Op je tafel:
Laptop/boek
schrift Nederlands
leesboek


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

   1.5 Woorden            Welkom
Op je tafel:
Laptop/boek
schrift Nederlands
leesboek


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

-Je kunt minimaal 5 nieuwe woorden gebruiken

-Je kunt samenstellingen herkennen en zelf maken
Wie weet er wat een samenstelling is?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe schrijf je de twee woorden aan elkaar?
Laptop + tas

Slide 3 - Open vraag

Hoe schrijf je de twee woorden aan elkaar?
fiets + stalling

Slide 4 - Open vraag

Hoe schrijf je de twee woorden aan elkaar?
talent + jacht

Slide 5 - Open vraag

Samenstellingen
Soms kun je van meerdere woorden één woord maken: een samenstelling.
Laptop + tas = laptoptas.

Soms komen er letters bij of gaan er letters af
Fiets (en) + stalling = fietsenstalling
Dorp + gek = dorpsgek

Het laatste woord in de samenstelling bepaalt het lidwoord.
het talent + de jacht = de talentenjacht 

Wie weet er een leuke samenstelling?
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Maken 1.5


Lees de woordenlijst goed door en maak opdracht 3
Bepaal je route!


timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Maken


Helemaal af? Begin aan de Test jezelf. 


timer
25:00
Kom je er niet uit? Overleg met je buurman/vrouw
Ik loop rond

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen check
Schrijf een kort verhaaltje met 5 moeilijke woorden die jij hebt geleerd. 

Let op: leestekens, zinsbouw en spelling.

Slide 9 - Tekstslide

Aanleg hebben voor betekent....
A
talent hebben voor
B
geen talent hebben
C
rustig zijn
D
weet ik niet

Slide 10 - Quizvraag

Het ezelsbruggetje betekent...
A
weet ik niet
B
een brug waar een ezel op kan
C
iets met een brug
D
hulpmiddel om iets te onthouden

Slide 11 - Quizvraag

gemotiveerd betekent...
A
goed zijn in
B
alleen zin in hebben
C
er zin in hebben en het belangrijk vinden
D
weet ik niet

Slide 12 - Quizvraag

praktisch betekent...
A
praktijk
B
niet theoretisch, wat je doet
C
weet ik niet
D
goed

Slide 13 - Quizvraag

Een woord dat je hebt geleerd...

Slide 14 - Woordweb

Maak een zin met het woord...
individueel

Slide 15 - Open vraag