Soorten argumenten

Argument
  • Onderbouwt het standpunt;
  • herken je aan want, omdat, namelijk, aangezien, immers
  • objectieve argumenten: feitelijk, waar of niet waar
  • Subjectieve argumenten: in meer of mindere mate aannemelijk, soms ondersteuning nodig
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Argument
  • Onderbouwt het standpunt;
  • herken je aan want, omdat, namelijk, aangezien, immers
  • objectieve argumenten: feitelijk, waar of niet waar
  • Subjectieve argumenten: in meer of mindere mate aannemelijk, soms ondersteuning nodig

Slide 1 - Tekstslide

De meeste politici zijn niet te vertrouwen, dus ik ga in de toekomst niet meer stemmen
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 2 - Quizvraag

Facebook manipuleert haar gebruikers met advertenties, dus we moeten stoppen met FB
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 3 - Quizvraag

Je zit in een debat. Weerleg deze stelling: Facebook manipuleert haar gebruikers met advertenties, dus we moeten stoppen met FB
timer
1:30

Slide 4 - Open vraag

Facebook laat haar gebruikers een te ideaal beeld van de werkelijkheid zien, dus we moeten stoppen met FB
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 5 - Quizvraag

Weerleg dit argument: Facebook laat haar gebruikers een te ideaal beeld van de werkelijkheid zien, dus we moeten stoppen met FB
timer
1:30

Slide 6 - Open vraag

Soorten argumenten en de toepasbaarheid in een debat
  1. Op basis van feiten: controleerbaar, sterk, alleen te weerleggen met andere, betere, recentere feiten;
  2. Op basis van onderzoek / wetenschap: zie bij 1. Soms ook te weerleggen door de onderzoeker onbetrouwbaar te maken;
  3. Op basis van normen en waarden: dit moet gelden voor een grote groep, je tegenstander, de jury. Zeer goed toepasbaar onder deze voorwaarden

Slide 7 - Tekstslide

Soorten argumenten en de toepasbaarheid in een debat
4. Op basis van vermoedens. Minder sterk als argument, kan wel als weerlegging: "Zou het misschien kunnen dat de vorige spreker eigenbelang heeft bij deze kwestie .." = persoonlijke aanval
5. Op basis van geloof of overtuiging. Alleen sterk als het geldt voor een grote groep aanwezigen;
6. Op basis van gezag of autoriteit. Sterk, zeker als het goed onderbouwd is. Te weerleggen met andere autoriteit, of autoriteit onderuit te halen;
7. Op basis van nut. Kan sterk zijn, zeker als grote groep het nut ook inziet.

Slide 8 - Tekstslide

Stelling
De snelheid binnen de bebouwde kom moet verlaagd worden naar 30 km per uur.

Slide 9 - Tekstslide

TNO heeft vastgesteld dat de luchtvervuiling in de binnenstad met 3,8 procent kan worden verminderd als de maximumsnelheid van 50 naar 30 km per uur wordt verlaagd. Deze kleine investering heeft dus grote gevolgen.
A
op basis van feiten
B
op basis van onderzoek/wetenschap
C
op basis van normen/waarden
D
op basis van autoriteit

Slide 10 - Quizvraag

De minister van Verkeer en Waterstaat heeft onlangs aan de Kamer aangetoond dat de verlaging van de maximumsnelheid naar 30 km per uur heel veel voordelen heeft, zowel op het gebied van de luchtverontreiniging als ook voor de verkeersveiligheid en uiteindelijk ook het sterftecijfer door het verkeer.
A
op basis van feiten
B
op basis van onderzoek/wetenschap
C
op basis van normen/waarden
D
op basis van autoriteit

Slide 11 - Quizvraag

Als ik denk aan al die kinderen die jaarlijks het slachtoffer worden van het verkeer in de binnenstad en als ik denk aan het verdriet van al die ouders. We moeten de maximumsnelheid verlagen van 50 naar 30 km per uur.
A
op basis van feiten
B
op basis van onderzoek/wetenschap
C
op basis van normen/waarden
D
op basis van autoriteit

Slide 12 - Quizvraag

oefenen
maken opdrachten 3 - 8 (p. 186-188)

Slide 13 - Tekstslide