In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Herzlich willkommen
Slide 1 - Tekstslide
Weekopdracht 19
Beste leerlingen,
In deze korte weektaak gaan jullie (1) oefenen met idioom m.b.t. het (actuele) thema "Gesundheit", (2)een filmpje bekijken over "Coronaregeln für Kinder in anderen Ländern" en (3) opdrachten uit je werkboek maken.
De nakijkvellen hiervan vinden jullie weer op Magister onder de studiewijzer.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Coronaregeln für Kinder
Bekijk op de volgende dia het filmpje : "Coronaregeln für Kinder in anderen Ländern".
Maak na het kijken de opdrachten in Lesson up.
Slide 6 - Tekstslide
https:
Slide 7 - Link
Welche drei Länder werden genannt?
Slide 8 - Open vraag
Wo sind die Schulen nicht geschlossen?
A
Deutschland
B
Holland
C
Spanien
D
Schweden
Slide 9 - Quizvraag
Wo dürfen die Kinder am 26.April wieder eine Stunde nach draussen?
A
in den Niederlanden
B
in Schweden
C
in Spanien
D
in Italien
Slide 10 - Quizvraag
Wo streiten sich die Kinder viel?
A
Schweden
B
Holland
C
Spanien
D
Deutschland
Slide 11 - Quizvraag
Was bedeutet "einschränken" auf Niederländisch?
Slide 12 - Open vraag
Was bedeutet "fast alles erlaubt" auf Niederländisch?
Slide 13 - Open vraag
Was bedeutet "weniger treffen" auf Niederländisch?
Slide 14 - Open vraag
Was bedeutet "geteilte Klassen" auf Niederländisch?
Slide 15 - Open vraag
Was bedeutet "immer getauscht" auf Niederländisch?
Slide 16 - Open vraag
Was bedeutet "Mannschaftstraining" auf Niederländisch?
Slide 17 - Open vraag
Wo dürfen die Kinder wieder Sport treiben?
A
Spanien
B
Schweden
C
Holland
D
Deutschland
Slide 18 - Quizvraag
Arbeitsbuch
Herhaal de Lernliste van Kapitel 4
Maak de volgende opdrachten uit je werkboek:
Seite 39-42 : Übung 40 t/m 43
Slide 19 - Tekstslide
An die Arbeit!
Und zum Schluss:
Van de vorige weekopdracht heb ik van velen van jullie mooi werk ontvangen!
LEIDER: er zijn helaas toch nog enkele leerlingen, die mij niets toegestuurd hebben! (Doen!)