Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Recap chapter 2
Welcome back
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome back
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Een LessonUp over wat we allemaal in hoofdstuk 2 gedaan hebben.
Oefenen voor de hoofdstuktoets
Slide 2 - Tekstslide
Rangtelwoorden zijn getallen die een volgorde aangeven:
eerste,
tweede,
tiende,
eenentwintigste.
Slide 3 - Tekstslide
Wat was de regel om een rangtelwoord te maken?
A
Zet ht achter het getal
B
Zet th achter het getal
C
Zet tht achter het getal
D
Zet hth achter het getal
Slide 4 - Quizvraag
Schrijf het rangtelwoord op voor
zevende
Slide 5 - Open vraag
Er zijn een paar uitzonderingen op de regel.
Dat waren de getallen 1, 2 en 3.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het juiste rangtelwoord voor eerste?
Slide 7 - Open vraag
Wat is het juiste rangtelwoord voor tweede?
A
Twooth
B
Second
C
Secondth
D
Tweeth
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het juiste rangtelwoord voor eenentwintigste?
A
Twentyfirst
B
Twentyfirsth
C
Twentiefirst
D
Twenty-first
Slide 9 - Quizvraag
Telling time
Slide 10 - Tekstslide
Hoe laat is het?
A
It's half twelve.
B
It's half past eleven.
C
It's half past twelve.
D
It's half eleven
Slide 11 - Quizvraag
Hoe laat is het?
A
It's a quarter past eight.
B
It's a quarter to eight
Slide 12 - Quizvraag
What time is it?
Slide 13 - Open vraag
Hoe laat is het?
14:00 uur.
A
Two o'clock
B
Two hour
C
A two o'clock
D
Two'oclock
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
What do most people do at this time: 07.00 o'clock
A
Have lunch
B
Eat breakfast.
C
Go to bed
D
Eat dinner.
Slide 16 - Quizvraag
Making questions?
Slide 17 - Tekstslide
Maak een vraagzin:
He is my brother.
Slide 18 - Open vraag
Zinnen met am, are, is of can
Als er am, is, are of can in de zin staat, zet je die vooraan de zin om een vraagzin te maken:
She can swim in the morning
Can she swim in the morning?
We are going on holiday to Spain.
Are we going on holiday to Spain?
Slide 19 - Tekstslide
Wat zet je vaak voor aan de zin om een vraagzin te maken als er geen am, are, is of can in de zin staat?
A
Be
B
Bo
C
Do
D
Go
Slide 20 - Quizvraag
Om een vraagzin te maken als er geen am, are, is of can in de zin staat zet je vaak Do voor aan de zin:
I go to school in the morning.
Do you go to school in the morning?
I like eating ice cream.
Do you like eating ice cream?
Slide 21 - Tekstslide
Wat zet je bij He, She en It voor aan de zin om een vraagzin te maken?
A
Do
B
Doos
C
Does
D
Dos
Slide 22 - Quizvraag
Vraagzinnen met he, she, it.
Bij he, she en it zet je does voor aan de zin om een vraagzin te maken.
En let op: je haalt de s achter het werkwoord weer weg:
He walks to school every morning.
Does he walk to school every morning?
She eats pizza every friday night.
Does she eat pizza every friday night?
Slide 23 - Tekstslide
Maak een vraagzin:
He eats his dinner.
Slide 24 - Open vraag
Maak een vraagzin
bij dit plaatje
Slide 25 - Open vraag
Ontkennende zinnen maken
Slide 26 - Tekstslide
Maak de zin ontkennend:
He is a friendly man.
Slide 27 - Open vraag
Ontkenningen als er am, are, is of can in de zin staat.
Als er am, are, is of can in de zin staat hoef je alleen not hier achter toe te voegen:
I am (I'm) a very good soccer player.
I am (I'm) not a very good soccer player.
We are (we're) sitting in the classroom.
We are not (we aren't) sitting in the classroom
Slide 28 - Tekstslide
Maak de zin ontkennend
We are going to Spain.
Slide 29 - Open vraag
Maak ontkennend:
I eat my dinner in the evening.
Slide 30 - Open vraag
Ontkenningen maken als er geen am, are, is of can in de zin staat.
Als er geen am, are, is of can in de zin staat moet je do not of does not in de zin zetten.
You read a book at school.
You do not (don't) read a book at school.
My dog barks at the mailman.
My dog does not (doesn't) bark at the mailman.
Slide 31 - Tekstslide
Maak de zin ontkennend
She walks to school in the morning.
Slide 32 - Open vraag
Woordvolgorde.
Slide 33 - Tekstslide
Sleepvraag
Een zin kan uit 5 onderdelen bestaan. Zet deze in de juiste volgorde
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer
Slide 34 - Sleepvraag
wie
doet
wat/wie
waar
wanneer
The parents
bring
to football training
every Sunday
their son
Slide 35 - Sleepvraag
Wat is de juiste woordvolgorde in een Engelse zin?
A
Wie, wanneer, doet, waar, wat.
B
Wie, doet, wanneer, wat waar.
C
Wie, doet, wat, wanneer, waar.
D
Wie, doet, wat, waar wanneer.
Slide 36 - Quizvraag
Zet de zin in de juiste volgorde:
a cup of tea-Anna-in te morning-drinks-at home
Slide 37 - Open vraag
Hoe vonden jullie het om zo de stof te herhalen?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 38 - Poll
Alles gedaan?
Ga dan nu verder met Slim Stampen. Je kunt Grammar, Stones en alle vocabulary doen.
Slide 39 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Recap chapter 2
Oktober 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Present Simple Q & N
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammar chapter 2 (test) - 05-12-2022
December 2022
- Les met
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
HV1 Recap Grammar 2 Theme 3
Maart 2019
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Present Simple Vragen en Ontkenningen
Juli 2023
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Present Simple Vragen en Ontkenningen AR1F
December 2021
- Les met
43 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Recap Grammar Animal Project 2
Maart 2019
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
herhaling chapter 2
Maart 2023
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1