Basis paragraaf 5 (vervolg)

4h Nederlands 
Basis mix §1-5

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4h Nederlands 
Basis mix §1-5

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  1. Huiswerk bespreken, vragen bij column
  2. Oefening met zinsvolgorde (§4)
  3. Verder met §5

Slide 2 - Tekstslide

De hele tekst lezen,
dan de vragen beantwoorden
Opdracht (gebruik je lesboek als naslagwerk p. 10-30)
1 Tekstsoort: Column
   Wat is het tekstdoel? (Leg uit!)
2 Welke tekststructuur zie je vooral terug?
3 Wat is de aanleiding voor het schrijven van de tekst?
4 Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
5 Wat is het verband tussen alinea 8 en 9?
Klaar? Welke tekstverbanden en signaalwoorden
herken je in het lichtblauwe blok? >>>


(alinea 9) Ja, er is meer preutsheid dan in 1978, onder meer door de alom aanwezige camera’s en het nooit vergetende internet, en door die eerder genoemde schoonheidsidealen en seksualisering.


Slide 3 - Tekstslide

De hele tekst lezen,
dan de vragen beantwoorden
Opdracht (gebruik je lesboek als naslagwerk p. 10-30)
1 Tekstsoort: Column
   Wat is het tekstdoel? (Leg uit!)
2 Welke tekststructuur zie je vooral terug?
3 Wat is de aanleiding voor het schrijven van de tekst?
4 Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
5 Wat is het verband tussen alinea 8 en 9?


  1. Tekstdoel: overtuigen
  2. Tekststructuur: argumentatiestructuur
  3. Aanleiding: de nieuwe Linda met blote cover en zelf uitgeroepen taboedoorbreking.
  4.  Hoofdgedachte: de media maken met het taboemodel taboes groter dan ze zijn en zouden eens om een andere reden hun onderwerpen moeten kiezen dan het doorbreken van een taboe.
  5. Tekstverband: tegenstellend. Geen preutse cultuur als in Amerika, toch doet de Linda alsof de preutsheid heel groot is. 

Slide 4 - Tekstslide

De hele tekst lezen,
dan de vragen beantwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden:
Alinea 9:
1 meer... dan > vergelijkend (preutsheid nu en toen)
2 door >oorzakelijk
3 en > opsomming

(alinea 9) Ja, er is meer preutsheid dan in 1978, onder meer door de alom aanwezige camera’s en het nooit vergetende internet, en door die eerder genoemde schoonheidsidealen en seksualisering.


Slide 5 - Tekstslide

Maak opdracht 5 blz. 27. 'Leg' de zinnen van een alinea in de meest logische volgorde.

- 3 min. In stilte. Wat lijkt jou het meest logisch?
- 2 min. Heeft je buurman hetzelfde? Probeer samen op één
                 volgorde uit te komen. 

Klaar? Wat is de kernzin van deze alinea?
 
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Leg de zinnen van een alinea in de meest logische volgorde.

e b d c a f
Vasten wordt al eeuwen gezien als geestelijk heilzaam. Het brengt je niet alleen dichter bij God of jezelf, maar zou ook pijn verzachten en genezen. In Duitsland zit een kliniek, de Buchinger-kliniek, waar je voor veel geld zo weinig mogelijk eten krijgt. Het dieet bestaat vooral uit water en wat vruchtensap, tot wel drie weken lang. Door onderzoek in dit kuuroord en andere klinische rapportages is bekend dat mensen die heel weinig eten, daar soms een beter humeur van krijgen. Vooral tussen de tweede en zevende dag zeiden mensen zich mentaal beter te voelen en beter te slapen.

Kernzin?



Slide 7 - Tekstslide

Leg de zinnen van een alinea in de meest logische volgorde.


Kernzin:
d In Duitsland zit een kliniek, de Buchinger-kliniek, waar je voor veel geld zo weinig mogelijk eten krijgt.

(let op: afwijkende plaats in de alinea. Twee overgangszinnen.)



Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden en functiewoorden §5
- Verbanden worden meestal gemarkeerd met signaalwoorden. Zie blz. 28.

- Er zijn ook andere woorden waaraan je verbanden in een tekst kunt herkennen:
functiewoorden.


Een oplossing is...
Een mogelijke verklaring hiervoor...
Een argument dat dit ondersteunt is...
.....voordeel hiervan is dat....
....dan komen we op de volgende stelling....
 

Slide 9 - Tekstslide

Signaalwoorden en functiewoorden §5
- Verbanden worden meestal gemarkeerd met signaalwoorden. Zie blz. 28.

- Er zijn ook andere woorden waaraan je verbanden in een tekst kunt herkennen:
functiewoorden.


Een oplossing is...
Een mogelijke verklaring hiervoor is...
Een argument dat dit ondersteunt is...
.....voordeel hiervan is dat....
....dan komen we op de volgende stelling....
 
Functiewoorden kunnen je laten zien welke verbanden er in de tekst zitten, maar ze kunnen ook de tekststructuur aangeven.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk: opdracht 1 en 2 blz. 29
Opdracht 1 morgen bij je hebben om voor te kunnen lezen:
Maak opdracht 1 van blz. 29 individueel.
- Kijk naar het voorbeeld met functiewoorden en signaalwoorden in het witte vlak bovenaan blz. 29. 
- Neem de zes stukjes zin over en vul ze aan over een standpunt uit opdr. 1. 
Klaar? Maak alvast opdracht 2
Zoek in tekst 1 de signaalwoorden en tekstverbanden.
Er zijn 11 verschillende signaalwoorden te vinden.

Slide 11 - Tekstslide

De volgende les
2e lesuur vandaag: Neem je leesboek (of e-reader) mee naar school!
                     (30 min. stilleestijd)
                      Doe je niet mee met het eerste handelingsdeel? 
                      Neem iets anders te lezen mee of maak huiswerk. 
                      Heb je niets bij je, of ga je iets anders zitten doen, dan geef ik je                              een boek om in te lezen. (Voorwaardelijk :))

Voor vrijdag: Lesboek mee, maak opdracht 1  blz. 29.

Slide 12 - Tekstslide

Deze les
  • Korte uitleg literatuurverslag
  • Zelf stillezen

Slide 13 - Tekstslide

Het verslag helpt je bij:
  • Het maken van een analyse
  • Het verwoorden van jouw leeservaring/beoordeling
  • (Je presentatie volgend jaar)

Slide 14 - Tekstslide



Deel 1: De analyse
- Personages
- Perspectief
- Tijd
- Thematiek


Deel 2: De beoordeling
- Structureel argument
- Stilistisch argument
- Emotivistisch argument
- Moreel argument
- Vernieuwingsargument
- Aanrader?
In het literatuurverslag schrijf je

Slide 15 - Tekstslide

Let op
Waarom nu al deze uitleg van het verslag? 
Er wordt gevraagd om citaten en paginanummers.


Tip! Maak alvast aantekeningen tijdens het lezen van je boek.
(Of gebruikt plakbriefjes.)
Je krijgt nog een les om je verslag uit te werken, maar doe alvast voorwerk tijdens het lezen.
AUB > Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld (bewijs)

Slide 16 - Tekstslide

Let op
Waarom nu al deze uitleg van het verslag? 
Er wordt gevraagd om citaten en paginanummers.

AUB > Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld (bewijs)

Slide 17 - Tekstslide

stil lezen

Slide 18 - Tekstslide