grammatica actieve en passieve zinnen 1mh

timer
10:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve en passieve zinnen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun jij actieve en passieve zinnen herkennen en begrijpen wat het verschil tussen de twee is.

Slide 3 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet jij al over actieve en passieve zinnen?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn actieve zinnen?
actieve zin: het onderwerp doet iets

voorbeeld: de vrouw koopt bloemen

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat actieve zinnen zijn en geef een voorbeeld.
Schrijf op
passieve zin: het onderwerp ondergaat iets

voorbeeld: de bloemen worden door de vrouw gekocht.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat passieve zinnen zijn en geef een voorbeeld.
Hoe herken je actieve en passieve zinnen?
Schrijf op

zinsvolgorde actieve zinnen:  onderwerp-werkwoord-lijdend voorwerp

Passieve zinnen: 
 zinsvolgorde: lijdend voorwerp-wordt- werkwoord-door-onderwerp.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe je actieve en passieve zinnen kunt herkennen en geef voorbeelden.
Wat is zinsvolgorde?
A
De manier waarop een zin wordt uitgesproken.
B
Een volgorde van zinnen in een tekst.
C
De betekenis van een zin.
D
De volgorde waarin de woorden in een zin staan.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een passieve zin?
A
Een zin waarin het onderwerp en de handeling worden omgedraaid.
B
Een zin waarin het onderwerp de handeling uitvoert.
C
Een zin waarin het onderwerp niet wordt genoemd.
D
Een zin waarin het onderwerp de handeling ondergaat.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een actieve zin?
A
Een zin waarin het onderwerp en de handeling worden omgedraaid.
B
Een zin waarin het onderwerp de handeling ondergaat.
C
Een zin waarin het onderwerp niet wordt genoemd.
D
Een zin waarin het onderwerp de handeling uitvoert.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefening passieve en actieve zinnen
Wat: maak oefening 1 van je werkopdracht
Hoe: op het blaadje, zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Hulp: aantekeningen 
Klaar: wacht op de rest, in stilte
Resultaat: klassikaal bespreken

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Laat de leerlingen individueel werken en geef duidelijke instructies.
Bespreken oefening
Wat: maak oefening 1 van je werkopdracht
Hoe: op het blaadje, zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Klaar: wacht op de rest, in stilte
Resultaat: antwoorden

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Laat de leerlingen individueel werken en geef duidelijke instructies.
Oefening passieve zinnen actief schrijven
Wat: schrijf de passieve zinnen van je werkblad actief
Hoe: op het blaadje, zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Hulp: aantekeningen
Klaar: wacht op de rest, in stilte
Resultaat: klassikaal bespreken

timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Laat de leerlingen individueel werken en geef duidelijke instructies.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.