Grammaire être, avoir, pouvoir
Zorg dat je de werkwoorden kunt vertalen in alle tijden:présent = tt, ik ben = je suis
imparfait= ovt, ik was = j'étais
passé composé = vtt, ik ben geweest = j'ai été
futur simple = toekomende tijd, ik zal zijn = je serai
conditionnel = ik zou zijn = je serais