a sloten buiten (al. 1): lieten niet meedoen
b verschraling (al. 2): vermindering van kwaliteit
c ontwikkeling (al. 4): verandering (die doorwerkt op andere gebieden)
d voldoen (al. 4): geschikt zijn; passen (in de situatie)
e toereikend (al. 6): genoeg; voldoende
f interpreteren (al. 7): verklaren; uitleggen
g empathie (al. 7): vermogen om je in iemand in te leven
h op gezette tijden (al. 8): op vaste momenten
i motto (al. 8): (toepasselijke) spreuk