In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vooraf
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les:
weet je wat morele ontwikkeling betekent.
kan je diverse theorieën over de morele ontwikkeling van Freud, Piaget, Kohlberg en Bandura benoemen.
heb je kunnen inschatten aan de hand van een filmpje uit welk moreel stadium iemand handelt.
Slide 3 - Tekstslide
Welke ontwikkelingen:
Lichamelijke en motorische ontwikkeling
Spraak- en taal ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sociaal emotionele ontwikkeling en persoonlijkheid- en identiteitsontwikkeling
Slide 4 - Tekstslide
Morele ontwikkeling
Slide 5 - Tekstslide
Belangrijke personen
Freud
Piaget
Kohlberg
Bandura
Slide 6 - Tekstslide
Freud
Vijf symbolische fase
Slide 7 - Tekstslide
Volgens Freud doorloopt de mens door vijf symbolische fase. Welke vijf zijn dit?
A
De sociale, het schoolkind, de latente, de genitale en de levensfase.
B
De orale, de anale, de fallische, de latente en de genitale fase.
C
Het onderbewustzijn, de kleuter, de fallische, de bewuste en de sociale fase.
D
De anale, de morele, de fallische, het onderbewustzijn en de genitale fase.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Freud
Slide 10 - Tekstslide
Piaget
Heteronome moraliteit
Autonome moraliteit
Slide 11 - Tekstslide
Piaget
Slide 12 - Tekstslide
Kohlberg
Pre-conventioneel stadium
Conventioneel stadium
Post-conventioneel stadium
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Bandura
Herhalen van gedrag
Norminternalisatie
Slide 15 - Tekstslide
Oefening
We bekijken het filmpje, bedenk op welk niveau Mies handelt en verklaar waarom.
Slide 16 - Tekstslide
Oefening
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoelen behaald?
Laten we het testen aan de hand van de volgende vragen....
Slide 18 - Tekstslide
Wat is morele ontwikkeling?
Slide 19 - Open vraag
Volgens Freud bestaat persoonlijkheid uit drie elementen. Welke zijn dat?
A
Id, Eros en Ego
B
Id, Superego en Eros
C
Eros, Thanatos en superego
D
Id, Ego en Superego
Slide 20 - Quizvraag
Piaget hanteert twee begrippen, welke?
A
Heteronome en fallische moraliteit.
B
Autonome en fallische moraliteit.
C
Heteronome en autonome moraliteit.
D
Heteronome en sociale moraliteit.
Slide 21 - Quizvraag
De morele ontwikkel-stadia van Kolhberg zijn : (meerdere antwoorden mogelijk)
A
3 stadia: pre-conventioneel, conventioneel en post-conventioneel
B
6 stadia: straf vermijden-voor wat hoort wat; beste-jongen-brave-meisje - plichtsgetrouw handelen; wet is belangrijk en je mening ook - kies voor de rechten van de mens.
C
3 stadia: post-conventioneel, conventioneel en pre-conventioneel