3H: 7.2 Inkomsten en uitgaven van de overheid

inkomsten en uitgaven van de overheid
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

inkomsten en uitgaven van de overheid

Slide 1 - Tekstslide

Prinsjesdag
Prinsjesdag: Elke derde dinsdag van september

Troonrede: Hierin staat wat de regering van plan is te gaan doen het komende regering jaar. 


Slide 2 - Tekstslide

Rijksbegroting en Miljoenennota
Rijksbegroting= overzicht van alle de verwachten inkomsten en uitgaven 


Miljoenennota= een samenvatting van de rijksbegroting

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Inkomsten voor het Rijk
  • Belastingen
        - direct belastingen
        - indirect belastingen
  • Sociale premie
         - werknemersverzekeringen
         - volksverzekeringen
  • Niet-belasting ontvangsten
         - boetes
         - ''aardgas inkomsten''

Slide 5 - Tekstslide

Direct vs indirect belastingen

Slide 6 - Tekstslide

Soorten belasting
  • Loon- en Inkomstenbelasting
  • Vennootschapsbelasting
  • Dividendbelasting
  • BTW
  • Accijnzen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Uitgaven van de overheid
De overheid geeft aan veel verschillende dingen geld uit: (collectieve uitgaven)

- Rentebetalingen over de schulden
- Uitgaven aan gemeente en provincies
- Bijdragen EU
- sociale zekerheid

Slide 9 - Tekstslide

Staatsschuld
De totale schuld dat een land heeft.
Begrotingstekort
Datgene dat er meer uitgegeven wordt dan dat er binnenkomt.
Financieringstekort
Verschil tussen het lenen en aflossen.

Slide 10 - Tekstslide

De miljoenennota is een:
A
Uitkering
B
Toelichting op de financiële begroting
C
Toelichting op de rijksbegroting
D
Een briefje van 1 miljoen

Slide 11 - Quizvraag

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 12 - Quizvraag

Wat doet de overheid niet om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke sociale verzekering hoort de WW (werkloosheidswet) ?
A
volksverzekering
B
sociale voorzieningen
C
werknemersverzekering
D
AOW

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?
A
Sociale verzekeringen worden betaald uit premies en sociale voorzieningen worden betaald uit belastingontvangsten
B
Sociale verzekeringen zijn voor alle inwoners en sociale voorzieningen alleen voor mensen in loondienst
C
Sociale verzekeringen bestaan uit werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen uit volksverzekeringen
D
Sociale verzekeringen gaan uit van het solidariteitsbeginsel en sociale voorzieningen niet

Slide 15 - Quizvraag

Sociale verzekeringen worden betaald met
A
Belastingen
B
Uitkeringen
C
Boetes
D
Premies

Slide 16 - Quizvraag