5.5 Absolutisme: Alle macht voor de koning

5. Een koning te rijk

5.2 Een glorieuze Gouden Eeuw

5.3 Een gouden leven

5.4 Van goud naar zilver

5.5 Absolutisme: Alle macht voor de koning

Algemene informatie

Weekplanner

Lesplanner

Aanwezigheidscheck

Weekplanner

Lesplanner

Leerdoelen

Uitleg

Terugkoppeling

Verwerken lesstof

Leerdoelen

H7: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.

S7.1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

S7.2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)

S7.3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)

S7.4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)

Regenten en vorsten

Middeleeuwen > feodalisme als politiek systeem

Edelen kregen een stuk land van de koning 

16e eeuw niks veranderd 

Noordelijke gewesten hadden geen koning meer

Plakkaat van Verlatinghe 

Regenten en vorsten

Engeland en Frankrijk was dit anders

Koning streefde naar centralisatie vanuit één plek besturen en overal dezelfde regels en wetten.

Hierdoor kwam de adel buitenspel te staan

La Fronde (1648 - 1653)

Vorst wilde de absolute macht 

Bestuursvorm waarbij de vorst alles alleen mag beslissen

La Fronde is de verzamelnaam van een reeks opstanden in Frankrijk tussen 1648 en 1653. Veel edelen verzetten zich tegen de koning en de geestelijken die hem helpen.

De afbeelding toont een gevecht in 1649, bij de Sint Antoniuspoort van Parijs. Op de achtergrond de Bastille.

Regenten en vorsten

Meeste Europese landen hadden een standenvertegenwoordiging 

Vergaderingen van de drie standen

Standen werden bijna niet bijeen geroepen

Vorst bepaalde alles, ook belastingen

Geld nodig voor het voeren van oorlog en zijn hof

Grote landen veroverde de kleinere

Historische kaart van Europa rond het jaar 1500.

Historische kaart van Europa rond het jaar 1600.

Aan de slag...

5.4 Van goud naar zilver (SW)

H: Maak opdracht 1-2-3-4

V: Maak opdracht 1 - 2 - 3

Klaar?

1. Vul je leerdoelenblad in

2. Leer de woordjes van vandaag (HW)

3. Vul de invulsamenvatting in 5.6

• Alleen of in tweetallen
• Maak de opdrachten zelf (dus niet overschrijven)
• Vraag? eerst de tekst lezen dan pas vragen aan docent

5. Een koning te rijk

5.2 Een glorieuze Gouden Eeuw

5.3 Een gouden leven

5.4 Van goud naar zilver

5.5 Absolutisme: Alle macht voor de koning

Algemene informatie

Weekplanner

Lesplanner

Aanwezigheidscheck

Weekplanner

Lesplanner

Leerdoelen

Uitleg

Terugkoppeling

Verwerken lesstof

Leerdoelen

H7: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.

S7.1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

S7.2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)

S7.3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)

S7.4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)

Lodewijk XIV wil alle macht 

Frankrijk werd in de 17e eeuw geregeerd door Lodewijk XIV

19.000.000 inwoners > grootste gedeelte leefde in armoede 

Koning en adel had een luxe leventje 

Adel en geestelijke kregen meer macht voor Lodewijk XIV

Later wilde hij hier verandering in zien 

Conflicten beu en wilde sterke leider zijn

Lodewijk XIV wil alle macht 

• Lodewijk XIV zorgde ervoor dat wetgeving en rechtspraak door hemzelf bepaald werden. Er waren zo geen verschillen meer tussen gebieden binnen het land.
  
• Bovendien versterkte Lodewijk XIV het leger met door hemzelf betaalde soldaten.
  
• Om te voorkomen dat edelen opnieuw in opstand kwamen, liet Lodewijk XIV een kasteel in Versailles tot paleis verbouwen. De Franse adel moest verplicht in het paleis wonen, waardoor de adel goed in de gaten kon worden gehouden. In Versailles was allerlei vermaak - diners, grote feesten en bals - en vooral veel rijkdom. Hiermee liet Lodewijk XIV zien dat hij de machtigste was.

Lodewijk XIV wil alle macht 

Absolute koning over zijn volk

Recht van God

Droit divin > goddelijk recht om te regeren

Leerdoelen

H7: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.

S7.1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

S7.2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)

S7.3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)

S7.4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)

Aan de slag...

5.4 Van goud naar zilver (SW)

H: Maak opdracht 5-6-7

V: Maak opdracht 4 en 5

Klaar?

1. Vul je leerdoelenblad in

2. Leer de woordjes van vandaag (HW)

3. Vul de invulsamenvatting in 5.6

• Alleen of in tweetallen
• Maak de opdrachten zelf (dus niet overschrijven)
• Vraag? eerst de tekst lezen dan pas vragen aan docent

5. Een koning te rijk

5.2 Een glorieuze Gouden Eeuw

5.3 Een gouden leven

5.4 Van goud naar zilver

5.5 Absolutisme: Alle macht voor de koning

Algemene informatie

Weekplanner

Lesplanner

Aanwezigheidscheck

Weekplanner

Lesplanner

Leerdoelen

Uitleg

Terugkoppeling

Verwerken lesstof

Leerdoelen

H7: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.

S7.1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

S7.2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)

S7.3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)

S7.4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)

Ook de Engelse koning wil absolute macht

Karel I volgde zijn vader Jacobus I op in 1625 

Land in oorlog met Frankrijk en Spanje

Had geld nodig

Belasting verhogen met toestemming van het parlement

Parlement wilde meer inspraak, Karel I niet

1629 werd het parlement ontbonden.

Jacobus I is in 1603 de eerste Stuart die koning wordt van Engeland. Hij is dan al sinds 1567 koning van Schotland. Hij volgt de laatste vorst uit de Tudordynastie op, Elizabeth I. Als achterkleinkind van Hendrik VII komt hij in aanmerking voor de troon, omdat Elizabeth (bijgenaamd The Virgin Queen) kinderloos is gebleven. Hij streeft tijdens zijn bewind naar het versterken van de macht van de koning.

Dit schilderij van Jacobus I is gemaakt door Paulus van Somer, het jaartal is onbekend.

Ook de Engelse koning wil absolute macht

Regeren zonder geld is lastig

Leden van het parlement werden gearresteerd

Parlement zette Karel I af en werd berecht

Doodvonnis onthoofding 

Koning Karel I wordt berecht en veroordeeld wegens hoogverraad. Tijdens zijn onthoofding klinkt geen gejuich, hoewel dat in deze tijd normaal is bij een terechtstelling.

Dit schilderij is van een onbekende schilder en hangt tegenwoordig in The National Portrait Gallery in Londen.

Ook de Engelse koning wil absolute macht

Engelse parlement wilde geen nieuwe koning 

Verder als republiek o.l.v. Oliver Cromwell 

Cromwell maakt misbruik van alle macht

Macht naar zich toetrekken

Verplicht aftreden 

Cromwell wordt alleenheerser van Engeland na een staatsgreep in 1653.

Dit portret van Cromwell uit 1656 is van de hand van Samuel Cooper.

Ook de Engelse koning wil absolute macht

Karel II werd de nieuwe koning 

Voorwaarde: afspraken met het parlement 

Ontwikkeling parlementaire democratie

Parlement en vorst werken samen 

Karel II is de zoon van de onthoofde Karel I en de zus van de Franse koning Lodewijk XIV: Henriëtte Maria. Karel II probeert al in de regeerperiode Cromwell met geweld de macht terug te krijgen, maar zijn leger kan niet op tegen dat van het parlement. Na Cromwells dood wordt Karel II door het parlement gevraagd om koning van Engeland te worden.

Karel II is hier geschilderd door Thomas Hawker in 1680.

Spotprent van de drie 'koningen' van Engeland tussen 1624 en 1658. Eronder staat: Zou Cromwell een standbeeld moeten hebben?

Leerdoelen

H7: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.

S7.1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

S7.2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)

S7.3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)

S7.4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)

Aan de slag...

5.4 Van goud naar zilver (SW)

H: Maak opdracht 8-9-10

V: Maak opdracht 6 en 7 

Klaar?

1. Vul je leerdoelenblad in

2. Leer de woordjes van vandaag (HW)

3. Vul de invulsamenvatting in 5.6

• Alleen of in tweetallen
• Maak de opdrachten zelf (dus niet overschrijven)
• Vraag? eerst de tekst lezen dan pas vragen aan docent