Oefenen voortgangsopdracht

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leren voor de toets
1. H1: Ik kan uitleggen waarom de 17e eeuw in Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd.
S1: Ik kan uitleggen hoe door handelspolitiek de VOC ontstaat.
S2: Ik kan omschrijven wat de VOC.
S3: Ik kan de invloed van de VOC op de inwoners van Nederland en de inwoners van de koloniën beschrijven.
S4: Ik kan via onderzoek aantonen hoe de route van een VOC-schip verliep. (t)
S5: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen noemen van het ontstaan van de WIC. (r)
S6: Ik kan uitleggen welke producten er in de driehoekshandel werden verhandeld. (r)
S7: Ik kan 2 argumenten bedenken waarom de term ‘Gouden Eeuw” toch niet klopt. (i)

Slide 2 - Tekstslide

Leren voor de toets
H2: Ik kan een beeld vormen van het dagelijks leven in de Republiek, door:
S1: Ik kan twee oorzaken benoemen waardoor de schilderkunst een bloei doormaakte en 2 bekende schilders noemen. (r)
S2: Ik kan uitleggen waarom de Republiek als tolerant land werd gezien. (r)
S3: Ik kan 3 grote denkers en hun invloed benoemen uit de wetenschappelijke revolutie. (r)
S4: Ik kan via bronnen de sociale ladder tijdens de Gouden Eeuw laten zien. (t)

Slide 3 - Tekstslide

Leren voor de toets
H1 LE: Ik kan een beeld vormen over leiderschap en rassenscheiding, door:
S1: hoeft niet, hebben we niet opgeschreven.
S2: Ik kan uitleggen wat de gevolgen van de slavernij op lange termijn waren in Amerika
S3: Ik kan uitleggen wat Martin Luther King heeft veranderd in Amerika
S4: Ik kan kenmerken noemen van goed leiderschap.

Slide 4 - Tekstslide

Leren voor de toets
H3: Ik kan de politieke ontwikkelingen in de Republiek uitleggen, door:
S1: Ik kan uitleggen waarom de staatsgezinden en Oranjegezinden het niet met elkaar eens waren na de Vrede van Münster. (r)
S2: Ik kan de rol en invloed van Johan de Witt tijdens de Republiek benoemen. (r)
S3: Ik kan 3 oorzaken geven waarom het jaar 1672 als rampjaar wordt gezien. (r)
S4: De gebroeders de Witt zijn vermoord door opstandige bevolking. Ik kan 2 voorbeelden geven van opstanden uit de 21e eeuw en uitleggen wat hier de oorzaak van is. (i)


Slide 5 - Tekstslide

Leren voor de toets
H4: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.
S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)
S2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)
S3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)
S4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)


Slide 6 - Tekstslide

Leren voor de toets
Stap 1: in Magister bij de les van donderdag (of Goaley) vind je alle leerdoelen.
               - check in je aantekeningenschrift of je alle leerdoelen hebt opgeschreven.

Stap 2: In LessonUp H2C bij 'lesmodule'; toets H1 H2 H3 H1 LE H4 vind je uitleg over leerdoelen.

Stap 3: Oefen per hoofddoel voor de toets. 

Stap 4: vraag Simon om extra uitleg als je een leerdoel lastig vindt!

Slide 7 - Tekstslide

S2: benoem minimaal 3 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk 14e.

Slide 8 - Open vraag

S2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)
-Bouwde het paleis in Versailles waar de adel verplicht moest wonen en met pracht en praal, fonteinen, spiegels, versieringen indruk op hen maken.
- Lodewijk XIV zorgt ervoor dat wetgeving en rechtspraak door hemzelf bepaald worden. Er zijn zo geen verschillen meer tussen verschillende gebieden.

-Versterkt het leger door hemzelf betaalde soldaten.
-Goddelijk recht/Zonnekoning
- Machtsuitbreiding en oorlogsvoering

Slide 9 - Tekstslide

S2: benoem minimaal 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1.

Slide 10 - Open vraag

 H4: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.
S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)
S2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)
S3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)
S4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)

Slide 11 - Tekstslide

grondwet

Slide 12 - Woordweb

Grondwet



https://schooltv.nl/video-item/de-grondwet-het-fundament-van-de-nederlandse-democratie

Slide 13 - Tekstslide

S4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)
Zoek en schrijf het antwoord op in je schrift; waarom heeft de grondwet invloed op de machtsbepaling in een land?

- Wat is de grondwet en wat staat daar in?
- Wanneer hebben we die in Nederland?
- Hoe wordt door de grondwet de macht bepaald?
- Geen Chat GPT gebruiken, maar eigen woorden!

- Klaar? Leren voor de toets of paragraaf 5.5 maken.

Slide 14 - Tekstslide

S4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)
Grondwet; bepaalt de machtsbepaling in Nederland en beschermt de rechten van burgers.
Burgerrechten; vrijheid van meningstuiting, godsdienstvrijheid, privacy. 

Verdeling bevoegdheden overheid; rechterlijke macht, wetgevende macht en uitvoerende macht. Zij controleren elkaar en zijn allemaal verantwoordelijk voor een deel van het bestuur van het land.  

Wetgevende macht: parlement (1e + 2e kamer); weten goedkeuren.
Rechterlijke macht: rechters
Uitvoerende macht: regering: koning en ministers; uitvoeren van de wetten.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke overeenkomst hadden Lodewijk de 14e en Karel 1?

Slide 18 - Tekstslide

S3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)
- Wilde hogere belastingen voor de oorlog tegen Frankrijk en Spanje.
- Wilde dit doen zonder het parlement, dus als absolute macht.
- Arresteerde leden van het parlement.
- Werd uiteindelijk afgezet, berecht en onthoofd.

Slide 19 - Tekstslide

Tijd voor geschiedenis
5.5: absolutisme
Opdracht: 1 t/m 7

Slide 20 - Tekstslide

- Lodewijk XIV zorgt ervoor dat wetgeving en rechtspraak door hemzelf bepaald worden. Er zijn zo geen verschillen meer tussen verschillende gebieden.

- Bovendien versterkt Lodewijk XIV het leger met door hemzelf betaalde soldaten.

- Om te voorkomen dat edelen opnieuw in opstand komen, laat Lodewijk XIV een kasteel tot paleis in Versailles verbouwen. Hier wordt de Franse adel verplicht te wonen, waardoor de adel goed in de gaten kan worden gehouden. Versailles kent veel en allerlei vermaak - diners, grote feesten en bals - en vooral veel rijkdom. Hiermee laat Lodewijk XIV zien alleen zelf de machtigste te zijn.

Slide 21 - Tekstslide

S2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)
We gaan zo een video bekijken over Lodewijk XIV. Noteer in je schrift kenmerken van zijn regeerperiode. 

- Wat valt je op aan zijn manier van besturen?
- Hoe ging hij met mensen om?
- Hoe probeerde hij mensen tevreden te houden?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Welke kenmerken van zijn regeerperiode heb je opgeschreven?

Slide 24 - Open vraag

In West-Europa was vanaf het begin van de middeleeuwen het feodalisme het politieke systeem. Edelen waren in dienst van de koning en hielpen om het land te regeren. In de zestiende eeuw was hier weinig aan veranderd. Ook in de Nederlandse gewesten werkte dit systeem nog lang. Maar de noordelijke gewesten ontworstelden zich aan de Spaanse vorst, zoals je hebt gezien in hoofdstuk 4. De Republiek kwam zo in een unieke situatie: een land zonder koning.

Slide 25 - Tekstslide

In de andere West-Europese landen, zoals Frankrijk en Engeland, werd de macht van de koning juist steeds groter in deze periode. De koningen probeerden met centralisatie meer macht naar zich toe te trekken. De adel, met wie de koning de macht deelde, kwam zo buiten spel te staan. Eigenlijk wilden de vorsten van Europa alles zelf beslissen en streefden de vorsten naar volledige macht, ook wel absolute macht genoemd.

Slide 26 - Tekstslide

Europa in 1500

Slide 27 - Tekstslide

In de meeste Europese landen was er een vergadering waarin de verschillende standen van de samenleving plaatsnamen en hun mening over het beleid van de vorst konden geven. Deze werden door de vorsten steeds minder vaak bijeen geroepen. Vrijwel alleen maar als de vorst toestemming wilde om de belastingen te verhogen. Elke Europese vorst had geld nodig voor zijn hof en om oorlog te kunnen voeren. Door de oorlogen in Europa werden sommige landen steeds groter, en slokten kleinere landen op. De vele onderlinge Europese conflicten zorgden ervoor dat vorsten steeds weer hun volk om meer geld moesten vragen.

Slide 28 - Tekstslide

Koning Lodewijk XIV van Frankrijk
Koning Karel 1 van Engeland
De koningen probeerden met centralisatie meer macht naar zich toe te trekken. De adel, met wie de koning de macht deelde, kwam zo buiten spel te staan.

Slide 29 - Tekstslide

 H4: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.
S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

Welke 2 begrippen uit S1 moet je kennen om het leerdoel te begrijpen?




Slide 30 - Tekstslide

S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)
Centralisatie
Het land regeren vanuit een centraal punt.
- alle beslissingen worden op 1 plek genomen.
- controle over alles: aangezien beslissingen op 1 plek worden genomen.

Slide 31 - Tekstslide

S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)
Absolute macht
De koning heeft de absolute macht. Geen (grond)wet kon hem tegenhouden, hij had alle rechten en kon zelf alle beslissingen over het land nemen.
- één persoon of groep aan de macht.
- geen inspraak van ministers, wethouders of adel.

Slide 32 - Tekstslide

 H4: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.
S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

En dan nu het antwoord op S1: hoe kan centralisatie zorgen voor absolute macht?




Slide 33 - Tekstslide