week 5 deventer

Waarvoor hebben we spieren?
1 / 23
volgende
Slide 1: Woordweb
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Waarvoor hebben we spieren?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

welke onderdelen zitten er in een spier?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat is het verschil tussen Agonist en antagonist?

Slide 9 - Woordweb

Rollen van een spier in beweging
Agonist = hoofdspier


Synergist = hulpspier


Antagonist = tegenoverliggende (tegenoverwerkende) spier

Slide 10 - Tekstslide

Antagonisten

2 spieren waarvan het samentrekken een tegenovergesteld effect heeft

Bijvoorbeeld:

  • armbuigspier - armstrekspier
  • bovenbeenspier - hamstring
  • buikpieren - rugspieren
  • kuitspier - scheenbeenspier

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heet gewricht nummer 5?
A
rolgewricht
B
zadelgewricht
C
scharniergewricht
D
eivormiggewricht

Slide 14 - Quizvraag

Welk onderdeel van het gewricht zorgt ervoor dat de botten tijdens het langs elkaar draaien niet slijten?
A
gewrichtsbanden
B
gewrichtskapsel
C
Ligamenten
D
kraakbeenlaag

Slide 15 - Quizvraag

Welk onderdeel van een gewricht zorgt voor extra stevigheid?
A
Meniscus
B
Synoviaal vocht
C
kraakbeen
D
gewrichtsbanden

Slide 16 - Quizvraag

In welk deel van het gewricht wordt gewrichtssmeer aangemaakt?
A
gewrichtskraakbeen
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsband
D
kraakbeenlaagje

Slide 17 - Quizvraag

Waar in het lichaam bevindt zich het gewricht nummer 3?
A
heup
B
schedel
C
teenkootje
D
duim

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel thoracale wervels zijn er?
A
5
B
12
C
7
D
3

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor speciale vorm heeft de wervelkolom?
A
s-vorm
B
dubbele s-vorm
C
o-vorm
D
dubbele o-vorm

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de functies van de tussenwervelschijven?
A
het beschermt je organen
B
hierdoor is je rug minder bewegelijk
C
ze vangen schokken op
D
hierdoor wordt je rug een beetje langer

Slide 21 - Quizvraag

De spieren in je dunne darm bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 22 - Quizvraag

Welk weefsel raakt snel vermoeid?
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 23 - Quizvraag