Caesar VI, 14 r6-10

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Caesar VI, 14 r6-10

AcI 2X

6 Id mihi duabus de causis instituisse  videntur, 

quod neque in vulgum disciplinam efferri velint neque eos, 

qui discunt, litteris confisos minus memoriae studere:

6 Id mihi duabus de causis instituisse videntur,

1. Ze schijnen mij dit in te stellen om 2 reden,
2. Ze schijnen mij dit ingesteld te hebben om 2 reden,
3. Dit schijnt mij 2 reden ingesteld te hebben

AcI nr 1

quod neque in vulgum disciplinam efferri velint

(om)dat ze noch willen dat de leer onder het volk verspreid wordt, 

quod neque in vulgum disciplinam efferri velint,
efferri is een

1. perf. 1e ev
2. praes. inf.
3. perf.inf.
4. PPP nom.mv.

AcI nr 2

neque eos, qui discunt, litteris confisos minus memoriae studere:

noch dat zij die leren, vertrouwend op de letters/het schrift, zich minder toeleggen op hun geheugen

r8 confisos

1. PPA en semideponens
2. PPP en semideponens
3. PPA en deponens

quod fere plerisque accidit, 

dit immers gebeurt bijna bij de meesten

r8-9 ut + coni!

ut praesidio litterarum diligentiam in perdiscendo ac memoriam remittant.

namelijk dat zij door de hulp van het schrift de nauwkeurigheid bij het uit het hoofd leren en het geheugen laten verslappen.

r10

In primis hoc volunt persuadere, non interire animas,

In de eerste plaats willen ze (hun leerlingen) hiervan overtuig¬en, dat de zielen niet vergaan,

In primis hoc volunt persuadere, non interire animas,
Wat is de acc en wat de inf. van de AcI?

1. hoc en interire
2. hoc en persunadere
3. animas en persuadere
4. animas en interire