Caesar les 2: De Galliers

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De Bello Gallico VI.14: De voordelen
Militiae vacationem omniumque rerum habent immunitatem. Tantis excitati praemiis et sua sponte multi in disciplinam conveniunt et a parentibus propinquisque mittuntur.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is waar: tantis excitati praemiis et sua sponte multi in disciplinam conveniunt
A
excitati is ppa en hoort bij disciplinam
B
excitati is perf.pass. 3e mv.
C
excitati is ppp. en zegt iets over multi
D
excitati is inf.praes.p.

Slide 3 - Quizvraag

Waarvan hebben de druïden 'immunitatem'?
A
'militiae vacationem'
B
'militiae vacationem' en 'omnium rerum'
C
'militiae vacationem' en 'immunitatem'
D
'omnium rerum'

Slide 4 - Quizvraag

Zorgt dit voor een goede of slechte opkomst aan nieuwe leerlingen?
A
goede
B
slechte

Slide 5 - Quizvraag

Hoe komen de nieuwe leerlingen bij de druïden?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
sua sponte
B
a parentibus mittuntur
C
in disciplinam conveniunt
D
propinquis mittuntur

Slide 6 - Quizvraag

Vertaling
  • Militiae vacationem omniumque rerum habent immunitatem. Tantis excitati praemiis et sua sponte multi in disciplinam conveniunt et a parentibus propinquisque mittuntur.
  • Zij hebben immuniteit/vrijstelling van het leger en van alle zaken. Aangespoord door dergelijke beloningen komen veel ofwel uit eigen beweging bij de leer ofwel worden zij gestuurd door ouders en naasten. 

Slide 7 - Tekstslide

De Bello Gallico VI.14: De leer
Magnum ibi numerum versuum discere coguntur. Itaque vicenos annos nonnulli in disciplina manent. Neque fas esse putant versus litteris mandare. In aliis rebus, publicis privatisque, Graecas litteras scribunt. Duabus de causis druides id instituisse puto: neque in populum disciplinam referri volunt; neque volunt eos, qui discunt, minus memoriae studere. Hoc plerisque accidit. Propter litteras memoriam remittunt. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke naamval is versuum?
A
acc ev
B
nom mv
C
acc mv
D
gen mv

Slide 9 - Quizvraag

Magnum ibi numerum versuum discere coguntur: wat is waar?
A
coguntur is hoofdww.
B
coguntur betekent: ze denken na
C
versuum is acc. mv.
D
magnum numerum is meervoud

Slide 10 - Quizvraag

neque fas esse putant versus litteris mandare: welke bewering(en) is/ zijn niet waar?
A
putant: subject zijn de Druïden
B
putant: subject zijn de goden
C
versus is van groep 4
D
versus is acc. mv.

Slide 11 - Quizvraag

Duabus de causis druides id instituisse puto:
Wat is de A van de AcI?
A
duabus
B
causis
C
druides
D
id

Slide 12 - Quizvraag

Duabus de causis druides id instituisse puto: wie is het onderwerp van puto??

Slide 13 - Open vraag

neque volunt eos, qui discunt, minus memoriae studere. Welke bewering(en) zijn niet waar?
A
subj. van volunt is de Druïdes
B
eos: zijn de Galliërs die bij de Druïdes in de leer gaan
C
subj. van discunt zijn de Galliërs die bij de Druïdes in de leer gaan
D
subject van volunt is de Galliërs die in de leer gaan bij de Druïdes

Slide 14 - Quizvraag

Om welke twee redenen denkt Caesar dat de druïden geen schrift gebruiken voor hun leer?

Slide 15 - Open vraag

Gebeurt het vaak dat het geheugen verslapt?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Gebruiken de druïden helemaal geen schrift?
A
Klopt niet
B
Klopt

Slide 17 - Quizvraag

Magnum ibi numerum versuum discere coguntur. Itaque vicenos annos nonnulli in disciplina manent. Neque fas esse putant versus litteris mandare. In aliis rebus, publicis privatisque, Graecas litteras scribunt. Duabus de causis druides id instituisse puto: neque in populum disciplinam referri volunt; neque volunt eos, qui discunt, minus memoriae studere. Hoc plerisque accidit. Propter litteras memoriam remittunt. 


  • Daar worden zij gedwongen/aangespoord een groot deel van versregels te leren. En dus blijven enkelen 20 jaar in de leer. En niet menen zij het geoorloofd te zijn de regels aan het schrift toe te vertrouwen. Voor andere zaken, publiek en prive, schrijven zij het Griekse schrift. Ik meen dat de Druiden dit hebben ingesteld vanwege twee redenen: zij willen niet dat de leer onder het volk wordt verspreid; en niet willen zij dat zij, die leren, minder aandacht besteden aan hun geheugen. Dit gebeurt de meesten. Vanwege het schrift laten zij hun geheugen verslappen. 

Slide 18 - Tekstslide

Vragen bij de tekst
1) In deze tekst geeft Caesar een reden waarom er geen literaire bronnen zijn uit de oudheid van de Galliërs zelf. Welke reden is dit?

2) Vind je dat de praktijk van de druïden zoals Caesar hier beschrijft, bijdraagt aan het beeld van barbaren die verslagen moeten worden of aan het beeld van een cultuur die het waard is geassimileerd te worden? Beargumenteer je antwoord.

3) Hoe stonden Romeinen doorgaans tegenover religieuze denkbeelden van andere volkeren? Kun je dit in je boek of op het internet vinden?

Slide 19 - Tekstslide

onderdeel 2: inleiding bij de vertalen tekst
Als geheel genomen is het Gallische volk in de ban van godsdienst. Dit verklaart waarom degenen onder hen die aan een ernstige ziekte lijden of strijd en gevaar tegemoet gaan mensenoffers brengen of beloven te zullen brengen, en bij die rituelen de hulp van de druïden inroepen. Ze denken namelijk dat de onsterfelijke goden niet verzoend kunnen worden tenzij er een mensenleven wordt gegeven voor een ander mensenleven.
Ze kennen ook soortgelijke openbare offerrituelen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Vragen?
  • Degenen die geen vragen meer hebben mogen gaan
  • Degenen die nog vragen hebben over het participium mogen/kunnen blijven 

Slide 22 - Tekstslide

Het participium
Een bijzin in 1 zin bij een zelfstandig naamwoord
Gedraagt zich dus als bijvoeglijk naamwoord
PPA                                  PPP                             PFA
rijtje rex                    rijtje servus/femina/bellum

Slide 23 - Tekstslide

Alesiae in munitionibus stans Vercingetorix exitum
proelii conspexit. 

  • Op de ommuringen van Alesia staand Vercingetorix de afloop van het gevecht bekeek
  • Terwijl Vercingetorix op de ommuringen van Alesia stond, bekeek hij de afloop van het gevecht

Slide 24 - Tekstslide

Alesiae in munitionibus ventus Vercingetorix exitum
proelii conspexit. 

  • Op de ommuringen van Alesia  Vercingetorix gekomen zijnd de afloop van het gevecht bekeek
  • Nadat Vercingetorix op de ommuringen van Alesia gekomen was, bekeek hij de afloop van het gevecht

Slide 25 - Tekstslide