Het voltooid deelwoord

• Nederlands
• Lager onderwijs

Het voltooid deelwoord

(Afgekort V.D.)

Over de vorige les....

Wat weten we nog van het V.D.?!

Zijn dit voltooid deelwoorden?! 

We herhalen even...

Met welk ander werkwoord staat het V.D.?

.........

Bij de werkwoorden

HEBBEN of ZIJN

OF WORDEN

Het V.D. staat ALTIJD ACHTERAAN in de zin!

Waarop eindigt het V.D. bij regelmatige ww

D of T?!

Daarop gaan we oefenen!! 

Ik heb de stad (bezoeken).

1. bezoekt
2. bezocht
3. gebezoekt
4. bezochd

De oude man heeft veel (reizen)

1. gerezen
2. gereisd
3. gereist
4. gerijsd

Het meisje is heel ziek (zijn)

1. gezijn
2. geweest
3. geweesd
4. gewezen

Ze had de verfkleur goed (kiezen)

1. gekiest
2. gekozen
3. gekiesd
4. gekosen

Hij was snel naar huis (rennen)

1. gerend
2. gerennen
3. gerent
4. gelopen

Mijn vriendin heeft ijsjes mee (brengen)

1. gebrengt
2. gebrachd
3. gebracht
4. gebrengen

Zelf in te vullen:
Oma had heel lekker (koken)

De boef is uit de gevangenis (ontsnappen)

Ik heb mijn opa in het rusthuis (bezoeken)

We hebben super lekkere limonade (drinken)

Bekijk het volgende filmpje !!

Hierin wordt alles nog eens uitgelegd.