1abe: Hdst. 3 - woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Opdracht 3

Wat betekent (1) cryptogram?

1. Ondergrondse grafkelder
2. Geheimschrift
3. Taalpuzzel met raadselachtige omschrijving
4. Omschrijving

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(2) hint
verduidelijkt?

Wat betekent (2) hint?

1. Aanwijzing
2. Spel waarbij je niet mag praten
3. Oplossing
4. Omschrijving

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(3) balsporten
verduidelijkt?

Welk signaalwoord kondigt het voorbeeld bij (3) balsporten aan?

Wat betekent (3) balsporten?

1. Sporten waarbij veel met cirkel wordt gewerkt
2. Sporten waarbij een bal gebruikt wordt

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(4) lichaamsdelen
verduidelijkt?

Wat betekent
(4) lichaamsdelen?

1. door het lichaam gemaakt
2. gestalte van het menselijk lichaam
3. deel van het lichaam met een eigen functie
4. geheel van botten, vlees en organen

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(5) interpretaties
verduidelijkt?

Wat betekent
(5) interpretaties?

1. Manier waarop je iets uitlegt
2. Vertolking van een muzikale compositie
3. Leestekens

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(6) belediging
verduidelijkt?

Wat betekent
(6) belediging?

1. Afgewerkt stuk
2. Ergens geld in steken
3. Manier van zingen
4. Uiting waarmee je iemand kwetst

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(7) conservatieve
verduidelijkt?

Wat betekent
(7) conservatieve?

1. Noodzakelijk gevolg
2. Behoudend
3. Vasthoudend
4. Vooruitstrevend

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(8) figuurlijke
verduidelijkt?

Wat betekent
(8) figuurlijke

1. Niet letterlijk
2. Gemaakt van figuren zoals cirkels
3. Illustratief
4. Wat er eigenlijk staat

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(9) zegswijzen
verduidelijkt?

Wat betekent
(9) zegswijzen?

1. gezegde
2. Manier waarop je spreekt
3. spreekwoord
4. vaste uitdrukking

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(10) homoniemen
verduidelijkt?

Wat betekent (10) homoniemen?

1. Twee woorden die hetzelfde betekenen
2. Twee woorden die elkaars tegenovergestelde zijn
3. Woorden die meer dan een betekenis hebben (afhankelijk van de context)
4. Concrete woorden

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(11) oorsprong
verduidelijkt?

Wat betekent (11) oorsprong?

1. Geen anderen volgen
2. Snijpunt van de assen in een grafiek
3. Niet van anderen gekregen
4. Waar iets is ontstaan

Welk voorbeeld heb je in de tekst gevonden dat
(12) woordspelingen
verduidelijkt?

Wat betekent (12) woordspelingen?

1. Het maken van gedichten
2. Spellen als Twee voor twaalf
3. het opzettelijk verwisselen van twee betekenissen van een woord om een grappig effect te bereiken