Project grammatica, spelling en formuleren les 12

grammatica zinsdelen H5
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

grammatica zinsdelen H5

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Huiswerk bespreken
- Lesdoel
- Uitleg
- Startopdracht
- Samen doen
- Zelf aan de slag
- Reflectie

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Maak opdracht 4, 5, en 7 op bladzijde 130-131

Bespreken opdracht 4 en 7.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je een onbepaald voornaamwoord herkennen en benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een voornaamwoord?

Slide 5 - Open vraag

Welke voorbeelden van
voornaamwoorden kunnen we bedenken?

Slide 6 - Woordweb

Wat is het verschil tussen deze zinnen:
Kees kijkt zijn rapport in.
Iemand kijkt zijn rapport in.

Slide 7 - Open vraag

Uitleg
Een voornaamwoord is een vervanging van een naam.
We kennen er al een hoop, bijvoorbeeld:


voorbeeldzin
Piet maakt altijd huiswerk.
persoonlijk voornaamwoord
Hij maakt altijd huiswerk.
bezittelijk voornaamwoord
Piet maakt altijd zijn huiswerk.
aanwijzend voornaamwoord
Piet maakt altijd dit huiswerk.
Vragend voornaamwoord
Wie maakt altijd zijn huiswerk?

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
Nu leren we over het onbepaald voornaamwoord. Dat is een voornaamwoord waarbij niet duidelijk is om wie of wat het precies gaat. Bijvoorbeeld: men, iemand, niemand, iedereen, alles, iets, niets, geen en allerlei.

Men maakt altijd huiswerk.
Iemand maakt altijd huiswerk.

Iedereen maakt niets.
Iedereen maakt alles.


Slide 9 - Tekstslide

Kun je zelf nog onbepaalde voornaamwoorden bedenken?

Slide 10 - Woordweb

Samen oefenen
Bespreken opdracht 3 op bladzijde 135.

Slide 11 - Tekstslide

Zelf oefenen
Maak opdracht 4 op bladzijde 136.

In stilte, 3 minuten, daarna nabespreken.


timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Alleen oefenen
Maak opdracht 5, 7 en 8 .

5 minuten in stilte.

Klaar?
Maak de test jezelf online.
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je een onbepaald voornaamwoord herkennen en benoemen.

Slide 14 - Tekstslide

Welke (achtergrond)kennis had je nodig om de les van vandaag te kunnen begrijpen?

Slide 15 - Open vraag