Nu leren we over het onbepaald voornaamwoord. Dat is een voornaamwoord waarbij niet duidelijk is om wie of wat het precies gaat. Bijvoorbeeld: men, iemand, niemand, iedereen, alles, iets, niets, geen en allerlei.
Men maakt altijd huiswerk.
Iemand maakt altijd huiswerk.
Iedereen maakt niets.
Iedereen maakt alles.