HAVO 5 Grammar Class 14 passive and tag questions

HAVO 5 Grammar - Class 14
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HAVO 5 Grammar - Class 14

Slide 1 - Tekstslide

Today
Class work
- Passive
- Tag questions

Individually 
- Practise grammar 




Slide 2 - Tekstslide

Goals
Je kunt de voorzetsels op de juiste manier toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Passive
Lijdende vorm: De focus ligt niet op wie wat doet, maar op wat er gedaan wordt

De film werd bekeken. 
De krant wordt gelezen.
Een cadeau is gegeven. 

Grammaticale tijden worden hetzelfde gebruikt, alleen is de vorm iets anders. Overal wordt een vorm van 'to be' aan toegevoegd + voltooid deelwoord. 
De vorm van 'to be' wordt vervoegd zoals de 'normale' grammaticale tijd wordt vervoegd. 

Slide 5 - Tekstslide

Passive
simple present
am/are/is + voltooid deelwoord
simple past
was/were + voltooid deelwoord
present perfect
have/has been + voltooid deelwoord
past perfect
had been + voltooid deelwoord
future
will be + voltooid deelwoord
present continuous
am/are/is being + voltooid deelwoord
past continuous
was/were being + voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

Passive 
Simple present
He always brings his own lunch.

lijdend voorwerp = his own lunch 
werkwoord = brings

His own lunch is always brought by him. 

Slide 7 - Tekstslide

Passive
Present continuous
She is reading a new book.

Lijdend voorwerp = a new book
werkwoorden = is reading

A new book is being read by her. 

Slide 8 - Tekstslide

Passive
Future
My parents will buy a new house

Lijdend voorwerp: a new house
Werkwoorden: will buy

A new house will be bought by my parents. 

Slide 9 - Tekstslide

People speak Portuguese in Brazil.

Slide 10 - Open vraag

The Government is planning a new road near my house.

Slide 11 - Open vraag

My grandfather built this house in 1943.

Slide 12 - Open vraag

Picasso was painting Guernica at that time.

Slide 13 - Open vraag

The cleaner has cleaned the office.

Slide 14 - Open vraag

Tag questions
Korte vragen aan het einde van een zin, gebruikt om om bevestiging te vragen. In het Nederlands: toch? hè? 

John reageert altijd snel boos, toch? 
John always reacts angrily fast, doesn't he? 

In de tag question gebruik je altijd een persoonlijk voornaamwoord dat past bij het onderwerp van de zin. Is de zin bevestigend, dan is de tag ontkennend en andersom. 

Slide 15 - Tekstslide

Tag questions
Kijk altijd naar het werkwoord om te weten welke vorm je moet gebruiken in de tag question. Vier mogelijkheden:
1. De zin staat in de simple present
2. De zin staat in de simple past
3. De zin bevat een vorm van het werkwoord 'to be'
4. In de zin staan meerdere werkwoorden 

Slide 16 - Tekstslide

Tag questions
1. De zin staat in de simple present
Je gebruikt in de tag question 'do' of 'does' (bij S.H.It-regel) 

They walk very quickly, don't they? 
Laura listens to this music often, doesn't she? 

Slide 17 - Tekstslide

Tag questions
2. De zin staat in de simple past
Je gebruikt 'did' in de tag question

We saw you last weekend, didn't we? 
Kevin bought that shirt yesterday, didn't he? 

Slide 18 - Tekstslide

Tag questions
3. De zin bevat een vorm van het werkwoord 'to be'
Je gebruikt deze zelfde vorm van 'to be' in de tag question.

That man was in New York last year, wasn't he? 
You are leaving in ten minutes, aren't you? 

Slide 19 - Tekstslide

Tag questions
4. In de zin staan meerdere werkwoorden 
Je gebruikt het eerste hulpwerkwoord in de tag question.

Lisa has been friends with him for years, hasn't she? 
We will talk tomorrow, won't we? 

Slide 20 - Tekstslide

It is hot, ...?

Slide 21 - Open vraag

You were joking, ...?

Slide 22 - Open vraag

He was not angry, ...?

Slide 23 - Open vraag

You can ski, ...?

Slide 24 - Open vraag

You haven't got a car, ...?

Slide 25 - Open vraag

You like tomato soup, ...?

Slide 26 - Open vraag

What to do? 
Do the exercises from the next slides. 

Finished?
- Go to Quizlet and study the SLL wordlist

Slide 27 - Tekstslide

Exercise 1
Change these active sentences into passive sentences.

Slide 28 - Tekstslide

He had written three books before 1867.

Slide 29 - Open vraag

John will tell you later.

Slide 30 - Open vraag

Somebody should do the work.

Slide 31 - Open vraag

The traffic might have delayed Jimmy.

Slide 32 - Open vraag

Everybody loves Mr Brown.

Slide 33 - Open vraag

They are building a new stadium near the station.

Slide 34 - Open vraag

The wolf ate the princess.

Slide 35 - Open vraag

At six o’clock someone was telling a story.

Slide 36 - Open vraag

Somebody has drunk all the milk!

Slide 37 - Open vraag

I had cleaned all the windows before the storm.

Slide 38 - Open vraag

A workman will repair the computer tomorrow.

Slide 39 - Open vraag

Exercise 2
Fill in the correct tag question.

Slide 40 - Tekstslide

It is not far, ...?

Slide 41 - Open vraag

He lives in Dublin, ...?

Slide 42 - Open vraag

You speak German, ...?

Slide 43 - Open vraag

You don't mind waiting, ...?

Slide 44 - Open vraag

You are from Scotland, ...?

Slide 45 - Open vraag

You will come to the party, ...?

Slide 46 - Open vraag

Your brother studies economics, ...?

Slide 47 - Open vraag

You won't tell anybody, ...?

Slide 48 - Open vraag

He promised to help you, ...?

Slide 49 - Open vraag

She has found a new job, ...?

Slide 50 - Open vraag

End of the class
So far, we have practised:
- all grammatical tenses
- pronouns
- nouns, adjectives/adverbs, comparisons
- modals, quantifiers, prepositions
- word order, indirect speech
- passive
- tag questions
Next class: spelling + confusing word pairs
Homework: finish the exercises, study the words 

Slide 51 - Tekstslide