Eindquiz
1 / 22
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe wordt het ruilen van akkers tot grotere akkers ook wel genoemd?
timer
0:20
A
Intensieve landbouw
B
Specialisatie
C
Ruilverkaveling
D
schaalvergroting
Slide 2 - Quizvraag
Welk begrip past het beste bij de foto?
timer
0:20
A
Smart City
B
Gespecialiseerde voorziening
C
Circulaire materialen
D
Dagelijkse voorziening
Slide 3 - Quizvraag
Welk begrip past bij de omschrijving:
''Beleid om meer woningen te bouwen in en dicht tegen de stad aan.''
''Beleid om meer woningen te bouwen in en dicht tegen de stad aan.''
timer
0:20
A
Verdichting
B
Duurzame steden
C
Herinrichting
D
Compacte stadbeleid
Slide 4 - Quizvraag
Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Re-urbanisatie
B
Leefbaarheid
C
Smart City
D
Vergroening
Slide 5 - Quizvraag
Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Smart City
B
Gespecialiseerde voorziening
C
Circulaire materialen
D
Dagelijkse voorziening
Slide 6 - Quizvraag
Welk begrip past bij de omschrijving:
''Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen, waardoor de minder welvarende inwoners verdrongen worden.''
''Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen, waardoor de minder welvarende inwoners verdrongen worden.''
A
Gentrificatie
B
Inrichting
C
Ruimtelijke ordening
D
Sociale huurwoning
Slide 7 - Quizvraag
Welk begrip past bij de omschrijving:
''Beleid om meer woningen te bouwen in en dicht tegen de stad aan.''
''Beleid om meer woningen te bouwen in en dicht tegen de stad aan.''
timer
0:20
A
Verdichting
B
Duurzame steden
C
Herinrichting
D
Compacte stadbeleid
Slide 8 - Quizvraag
Welk begrip past het beste bij de foto?
timer
0:20
A
Smart City
B
Gespecialiseerde voorziening
C
Circulaire materialen
D
Dagelijkse voorziening
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel nieuwe woningen zijn nodig in 2050?
timer
0:20
A
0,5 miljoen
B
1 miljoen
C
1,5 miljoen
D
2 miljoen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is geen nadeel van verdichting?
timer
0:20
A
Kleine appartementen
B
Dure woningen
C
Geen tuin
D
Minder ruimte voor natuur
Slide 11 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van een smart city?
timer
0:20
A
Autoluw
B
Snelweg
C
Automatische verkeerslichten
D
Zonnepanelen
Slide 12 - Quizvraag
Zonnepanelen zijn 100% circulair
timer
0:20
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Wat zijn fossiele brandstoffen?
timer
0:20
A
Aardolie
B
wind
C
Aardgas
D
Kolen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het grootste grondstof exportproduct van Nederland
timer
0:20
A
Zand
B
Kolen
C
Hout
D
Erts
Slide 15 - Quizvraag
Wat is geen nadeel van intensieve landbouw?
timer
0:20
A
Afname boerenbedrijven
B
Trek naar de stad
C
Minder arbeiders
D
Minder machines
Slide 16 - Quizvraag
Welk product is geschikt voor een vertical farm?
timer
0:20
A
Sla
B
Runderen
C
Wortels
D
Kersen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de drempelwaarde?
timer
0:20
A
Aantal mogelijke klanten binnen de reikwijdte
B
Minimum bedrag dat je moet uitgeven in een winkel
C
Minimum aantal mensen die nodig zijn voor een voorziening
D
De hoogte van een drempel
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de gemiddelde tijd dat een Nederlander naar werk reist
timer
0:20
A
34 min
B
42 min
C
48 min
D
53 min
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een duurzamere manier van reizen in plaats van de auto?
timer
0:20
A
Vliegtuig
B
Hyperloop
C
Trein
D
Wandelen
Slide 20 - Quizvraag
Waar is vooral sprake van vervoersarmoede?
timer
0:20
A
De stad
B
Bij jongeren
C
Het platteland
D
Bij ouderen
Slide 21 - Quizvraag
Waar woon je liever?
timer
0:20
A
Stad
B
Platteland
