Korting en prijsstijging in percent
korting en prijsstijging
in percent
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeLager onderwijs
In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
korting en prijsstijging
in percent
Slide 1 - Tekstslide
Tante Chris koopt een nieuwe fiets. Ze heeft geluk, vandaag moet ze maar € 1080 betalen in plaats van € 1200.
1. Hoeveel korting kreeg ze?
2. Hoeveel % korting kreeg ze?
Mijn tante koopt een nieuwe fiets. Ze heeft geluk, vandaag krijgt ze korting. De fiets kost vandaag € 1020 in plaats van € 1200.
- Hoeveel € korting krijgt ze?
- Hoeveel % korting krijgt ze?
Slide 2 - Tekstslide
Mijn tante koopt een nieuwe fiets. Ze heeft geluk, vandaag krijgt ze korting. De fiets kost vandaag € 1020 in plaats van € 1200.
korting
oude
prijs
100
Slide 3 - Tekstslide
Mijn tante koopt een nieuwe fiets. Ze heeft geluk, vandaag krijgt ze korting. De fiets kost vandaag € 1020 in plaats van € 1200.
korting
€ 180
oude
prijs
€ 1200
1
100
Slide 4 - Tekstslide
Mijn tante koopt een nieuwe fiets. Ze heeft geluk, vandaag krijgt ze korting. De fiets kost vandaag € 1020 in plaats van € 1200.
korting
€ 180
0,15
15
oude
prijs
€ 1200
1
100
Slide 5 - Tekstslide
Mijn tante koopt een nieuwe fiets. Ze heeft geluk, vandaag krijgt ze korting. De fiets kost vandaag € 1020 in plaats van € 1200.
korting
€ 180
0,15
15
oude
prijs
€ 1200
1
100
Mijn tante krijgt vandaag 15 % korting.
Slide 6 - Tekstslide
controle
15 % van 1200 = 180
1200 - 180 = 1020
Klopt!
Slide 7 - Tekstslide
Ik neem elk jaar een abonnement op het tijdschrift van national geographic. Vorig jaar betaalde ik € 55 voor een abonnement. Dit jaar moet ik € 61,6 betalen.
- Met hoeveel euro steeg de prijs?
- Hoeveel % moet ik meer betalen?
Slide 8 - Tekstslide
Ik neem elk jaar een abonnement op het tijdschrift van national geographic. Vorig jaar betaalde ik € 55 voor een abonnement. Dit jaar moet ik € 61,6 betalen.
prijsstijging
oude prijs
100
Slide 9 - Tekstslide
Ik neem elk jaar een abonnement op het tijdschrift van national geographic. Vorig jaar betaalde ik € 55 voor een abonnement. Dit jaar moet ik € 61,6 betalen.
prijsstijging
€ 6,6
oude prijs
€ 55
100
Slide 10 - Tekstslide
Ik neem elk jaar een abonnement op het tijdschrift van national geographic. Vorig jaar betaalde ik € 55 voor een abonnement. Dit jaar moet ik € 61,6 betalen.
prijsstijging
€ 6,6
0,12
12
oude prijs
€ 55
1
100
Slide 11 - Tekstslide
Ik neem elk jaar een abonnement op het tijdschrift van national geographic. Vorig jaar betaalde ik € 55 voor een abonnement. Dit jaar moet ik € 61,6 betalen.
prijsstijging
€ 6,6
0,12
12
oude prijs
€ 55
1
100
Ik moet dit jaar 12 % meer betalen.
Slide 12 - Tekstslide
In de uitverkoop van een boekhandel ziet juf Tinne een doos vol toffe jeugdboeken staan.
De boeken kosten normaal €125. In de uitverkoop kosten ze nog €37,5.
Die doos kan juf Tinne niet laten staan.
Hoeveel % korting heeft de juf gekregen?
Slide 13 - Tekstslide
In de uitverkoop van een boekhandel ziet juf Tinne een doos vol toffe jeugdboeken staan.
De boeken kosten normaal €125. In de uitverkoop kosten ze nog €37,5.
Hoeveel % korting heeft de juf gekregen?
korting
oude prijs
Slide 14 - Tekstslide
In de uitverkoop van een boekhandel ziet juf Tinne een doos vol toffe jeugdboeken staan.
De boeken kosten normaal €125. In de uitverkoop kosten ze nog €37,5.
Hoeveel % korting heeft de juf gekregen?
korting
€ 87,5
oude prijs
€ 125
1
100
Slide 15 - Tekstslide
In de uitverkoop van een boekhandel ziet juf Tinne een doos vol toffe jeugdboeken staan.
De boeken kosten normaal €125. In de uitverkoop kosten ze nog €37,5.
Hoeveel % korting heeft de juf gekregen?
korting
€ 87,5
0,7
70
oude prijs
€ 125
1
100
Juf Tinne kreeg 70 % korting.
Slide 16 - Tekstslide
Je mama gaat met de trein naar haar werk in Brussel.
Ze neemt een treinabonnement voor het traject Oud-Heverlee - Brussel-Centraal.
Ze neemt een treinabonnement voor het traject Oud-Heverlee - Brussel-Centraal.
Haar abonnement kost €1378. Vorig jaar kostte het €1276.
Met hoeveel % is de prijs van het jaarabonnement ongeveer gestegen (rond af!)?
Slide 17 - Tekstslide
Je mama gaat met de trein naar haar werk in Brussel.
Ze neemt een treinabonnement voor het traject Oud-Heverlee - Brussel-Centraal.
Ze neemt een treinabonnement voor het traject Oud-Heverlee - Brussel-Centraal.
Haar abonnement kost €1378. Vorig jaar kostte het €1276.
Met hoeveel % is de prijs van het jaarabonnement ongeveer gestegen (rond af!)?
prijsstijging
oude prijs
100
Slide 18 - Tekstslide
Je mama gaat met de trein naar haar werk in Brussel.
Ze neemt een treinabonnement voor het traject Oud-Heverlee - Brussel-Centraal.
Ze neemt een treinabonnement voor het traject Oud-Heverlee - Brussel-Centraal.
Haar abonnement kost €1378. Vorig jaar kostte het €1276.
Met hoeveel % is de prijs van het jaarabonnement ongeveer gestegen (rond af!)?
prijsstijging
102
0,799
7,99
oude prijs
1276
1
100
De prijs van het jaarabonnement is met ongeveer 8% gestegen.
Slide 19 - Tekstslide
Door de hete zomer steeg de prijs van de bloem.
Deze prijsstijging rekenen de bakkers door aan hun klanten.
Een groot brood van 800 g kost nu €2,30.
Vorig jaar kon je nog een groot brood kopen voor €2,20.
Hoeveel % bedraagt de prijsstijging? Rond je antwoord correct af tot op de eenheden.
Slide 20 - Tekstslide
Door de hete zomer steeg de prijs van de bloem.
Deze prijsstijging rekenen de bakkers door aan hun klanten.
Een groot brood van 800 g kost nu €2,30.
Vorig jaar kon je nog een groot brood kopen voor €2,20.
Hoeveel % bedraagt de prijsstijging? Rond je antwoord correct af tot op de eenheden.
korting of prijsstijging
oude prijs
100
Slide 21 - Tekstslide
Door de hete zomer steeg de prijs van de bloem.
Deze prijsstijging rekenen de bakkers door aan hun klanten.
Een groot brood van 800 g kost nu €2,30.
Vorig jaar kon je nog een groot brood kopen voor €2,20.
Hoeveel % bedraagt de prijsstijging? Rond je antwoord correct af tot op de eenheden.
korting of prijsstijging
0,10
0,0454
4,54
oude prijs
2,20
1
100
De prijsstijging bedraagt 5%.
Slide 22 - Tekstslide
Je neemt een jaarabonnement voor de Efteling voor €18 per maand. Omdat je ineens voor 12 maanden betaalt, moet je €144,72 betalen.
Krijg je korting of is het een prijsstijging?
Hoeveel % is de korting of de prijsstijging?
Slide 23 - Tekstslide
Je neemt een jaarabonnement voor de Efteling voor €18 per maand. Omdat je ineens voor 12 maanden betaalt, moet je €144,72 betalen.
Krijg je korting of is het een prijsstijging?
Hoeveel % is de korting of de prijsstijging?
korting of prijsstijging
oude prijs
100
Slide 24 - Tekstslide
Je neemt een jaarabonnement voor de Efteling voor €18 per maand. Omdat je ineens voor 12 maanden betaalt, moet je €144,72 betalen. €18 x 12 = 216
Krijg je korting of is het een prijsstijging? korting
216 - 144,72 = 71,28
Hoeveel % is de korting of de prijsstijging?
korting of prijsstijging
71,28
0,33
33
oude prijs
216
1
100
Ik krijg 33 % korting.
