Les 30 - Discussie

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Discussie

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Lezen tekst pagina 124 van je handboek
Vragen maken in LessonUp

Lesdoel
Je oefent met het voeren van een discussie

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een discussie?
Wat is het doel?

Slide 4 - Woordweb

Wat is een compromis?

Slide 5 - Woordweb

Doel van de les
Je oefent met het voeren van een discussie
Je weet wat een discussie is en wat het doel ervan is
Je kent de gedragsregels voor een goede discussie
Je kunt zelf een discussie voorbereiden
Je kunt een discussie voeren

Slide 6 - Tekstslide

Werkfase
Pak je telefoon
Log in bij lessonup

Maak de vragen
Sommige opdrachten voer je uit met je buurman/vrouw

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 1a, pagina 126.

Lees de paragraaf 'Discussie' (handboek, p. 124) en beantwoord onderstaande vraag.

Waarin onderscheidt een discussie zich van een debat?

Slide 8 - Open vraag

Vraag 1b, pagina 126.

Lees de paragraaf 'Discussie' (handboek, p. 124) en beantwoord onderstaande vraag.

Wat is het verschil tussen een (felle) discussie en een ruzie?

Slide 9 - Open vraag

Vraag 2b, pagina 126.

Waarom mag je retorische trucs wel bij een debat gebruiken, maar niet bij een discussie?

Slide 10 - Open vraag

Vraag 3, pagina 126.

Informele discussies vinden meestal plaats zonder enige voorbereiding. Leg uit wat
het voordeel is van een goede voorbereiding bij een formele (zakelijke) discussie.

Slide 11 - Open vraag

Vraag 4 b, pagina 126. Het Nederlands kent veel uitdrukkingen met het woord discussie. Zoek uit wat de volgende uitdrukkingen betekenen:

1 het verzanden van een discussie;
2 je in een discussie mengen;
3 een eind aan de discussie maken;


4 ter discussie brengen;
5 een oplaaiende discussie;
6 een welles-nietes-discussie;
7 de discussie is gesloten.

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent retorica? Zoek op internet, geef een definitie en plak de url van de vindplaats in het antwoord.

Leg uit waarom je denkt dat op deze website de juiste informatie staat.

Slide 13 - Open vraag

Verzin samen met je buurman of buurvrouw twee onderwerpen waarover je zou willen discussiëren. Schrijf deze onderwerpen op. Ga daarna met elkaar de discussie aan.

Schrijf de uitkomsten van de discussie op. Zijn jullie het eens geworden?
Wie had betere argumenten? Wat vond je van je eigen rol in de discussie?

Slide 14 - Open vraag