Beschouwing

Beschouwende teksten 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Beschouwende teksten 

Slide 1 - Tekstslide

Beschouwende teksten

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen
  • Ik herken de vaste structuur en vaste (stijl)kenmerken van een beschouwing.

Slide 3 - Tekstslide

Beschouwen als tekstdoel is: A volledig objectief, B overwegend objectief, C volledig subjectief, D overwegend subjectief?
A
volledig objectief
B
overwegend objectief
C
volledig subjectief
D
overwegend subjectief

Slide 4 - Quizvraag

Met een beschouwing wil je als schrijver: A activeren, B overtuigen, C opiniëren, D informeren
A
activeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
informeren

Slide 5 - Quizvraag

Bij een beschouwing zijn bronnen A niet belangrijk, of B wel belangrijk
A
bronnen niet belangrijk
B
bronnen wel belangrijk

Slide 6 - Quizvraag

welke weerlegt tegenargumenten? A betoog, B beschouwing, C uiteenzetting, D column
A
betoog
B
beschouwing
C
uiteenzetting
D
column

Slide 7 - Quizvraag

Vink aan: welke vaste tekststructuren passen bij een beschouwing? A probleem-oplossing, B stelling-argumenten, C voor- en nadelen D verklaring
A
probleem-oplossingsstructuur
B
stelling-argumentenstructuur
C
voor- en nadelen
D
verklaringsstructuur

Slide 8 - Quizvraag

Het slot van een beschouwing is... A open, B gesloten
A
open
B
gesloten

Slide 9 - Quizvraag

Waarom heeft een beschouwing een open einde?

Slide 10 - Open vraag

En verder
Let op: eigen weloverwogen keuze! 
  1. Je blijft in de meet en stelt mij nog vragen over de opdracht
  2. Je neemt zelf de theorie nog eens door op blz. 125 Nieuw Nederlands en PPT (Magister) en gaat daarna aan opdrachten weektaak  (aangeraden bij <3 fouten in quiz)

Slide 11 - Tekstslide

Ik kies voor optie ... A uitleg beluisteren, B zelfstandig uitleg doornemen met opdrachten, C zelfstandig zoeken naar voorbeelden
A
vragen stellen
B
zelfstandig uitleg doornemen met opdrachten

Slide 12 - Quizvraag

Kenmerken beschouwing
Lezer kan na lezen beschouwing zelf een mening vormen
= opiniëren als tekstdoel. 

Grotendeels objectief + goede documentatie

Stijl: zakelijk, beschrijvend, genuanceerd in eigen mening

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Nabespreking
Wat heb je voor teksten gevonden?
Waarom zijn dat beschouwingen?

Wat kwam je tegen, waarvan je dacht: "dit is geen beschouwing"?
Waarom was dat geen beschouwing?

Slide 21 - Tekstslide

Reflectie lesdoelen

Wat heb je vandaag geleerd? 
Heb je de juiste keuze gemaakt? Waarom wel/niet?


Slide 22 - Tekstslide