Keuzetijd - Schrijfvaardigheid les 6

Schrijfvaardigheid
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Terugblik                            5 min
Herschrijven                     5 min
Aan de slag!             
Afsluiter
LESDOEL
Aan het einde van de les heb ik mijn tekst afgeschreven

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ver ben je?
A
Klaar
B
Bijna klaar
C
Nog lang niet klaar

Slide 3 - Quizvraag

Waar let je op bij het nakijken en herschrijven van je tekst?

Slide 4 - Woordweb

Stappenplan zakelijke tekst
1. Bepaal je doel
Waarom schrijf je eigenlijk een tekst? Stel jezelf deze vraag altijd en vóórdat je begint met schrijven.
Teksten zonder duidelijk doel zijn  stuurloos. Jij weet niet welke kant je met je tekst op wilt en voor je lezer creëer je een doolhof van zinnen.

Denk dus eerst eens rustig na over de volgende vragen:
  • Wat is het doel van mijn tekst?
  • Wat is kort gezegd mijn boodschap?
  • Waarom wil ik dit communiceren?

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2: schrijfplan maken
Noteer in je Google Docs hoe je denkt dat je tekst eruit komt te zien. 

Stap 1. Welke informatie wil je gaan verwerken in je tekst? 
Stap 2. Verdeel deze informatie over verschillende onderwerpen
Stap 3. Wijs aan elk onderwerp een alinea toe. 
Stap 4. Bedenk vast een krachtige eerste zin voor elke alinea van je middenstuk. Dit is je kernzin.

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3: schrijfplan omzetten naar tekst

1. Kijk naar je schrijfplan
2. Begin met het uitwerken van je middenstuk. 
Hoe?
  • Kijk per alinea naar het deelonderwerp. Waar gaat die alinea over?
  • Begin de alinea met je kernzin
  • Rest van alinea = toelichting/voorbeeld bij kernzin. 
     Let op: wijk niet te veel af van je deelonderwerp 


Slide 7 - Tekstslide

Stap 4: Slot schrijven
Slot               Sluit je tekst af 

Manieren om dat te doen:
- Samenvatting (kort samengevat, al met al, zoals gezegd) 
- Conclusie (dus, concluderend)
- Advies



Tip: geen nieuwe belangrijke info 

Slide 8 - Tekstslide

Stap 5: Inleiding schrijven
Inleiding               om je lezer nieuwsgierig te maken/te prikkelen. Hij moet jouw tekst willen lezen.


Manieren om dat te doen:
- Anekdote (vertel iets wat jij hebt meegemaakt m.b.t. het onderwerp)
- Aanleiding voor het schrijven
- Onderwerp aankondigen
- Een of meerdere vragen stellen


Tip: Kies er één of combineer er twee. 
Tip: Wijd altijd één of twee zinnen aan beschrijven waar je tekst over gaat. 
Tip: Voorkom ellenlange ingewikkelde zinnen.    

Slide 9 - Tekstslide

Herschrijven
4. Herlees en herschrijf, herlees en herschrijf... HEEL VAAK
Een goede tekst schrijven die lekker leest is moeilijk, ook voor goede schrijvers.

- Controleer op spelfouten, hoofdletters, komma's, overbodige spaties
- Klopt je alinea-indeling?
- Verwijder overbodige woorden en zinnen
- Let op herhaling, het is irritant om steeds dezelfde woorden tegen te komen
- Is een tekst te lang? Kill your darlings 

Slide 10 - Tekstslide

VOLGENDE LES
Elkaars teksten bekijken en beoordelen
Wat vonden we van deze les?

Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan zakelijke tekst
3. Schrijf begrijpelijk
Een tekst schrijf je niet voor jezelf, maar voor je lezers. Toch? Het zijn dus je lezers die bepalen of jouw tekst goed te lezen is.

Wat voor jou volkomen begrijpelijk is, kan voor je lezers geheimtaal zijn. Ook al zijn ze hoogopgeleid. Zij hebben immers niet altijd die (voor)kennis die jij hebt.

Schrijf dus makkelijk leesbare zinnen en gebruik daarbij woorden die je lezer kent. Hierdoor wordt je tekst gelezen, begrepen én gewaardeerd.
 

Slide 12 - Tekstslide