Keuzetijd - Schrijfvaardigheid les 4

Schrijfvaardigheid
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Stappenplan: zo schrijf je een tekst   7 min
- Keuze-opdracht
--> Schrijfplan omzetten naar tekst
LESDOEL
Aan het einde van de les kan ik een schrijfplan omzetten naar tekst en heb ik een begin gemaakt

Slide 2 - Tekstslide

Schrijfplan

Slide 3 - Woordweb

Stappenplan zakelijke tekst
1. Bepaal je doel
Waarom schrijf je eigenlijk een tekst? Stel jezelf deze vraag altijd en vóórdat je begint met schrijven.
Teksten zonder duidelijk doel zijn  stuurloos. Jij weet niet welke kant je met je tekst op wilt en voor je lezer creëer je een doolhof van zinnen.

Denk dus eerst eens rustig na over de volgende vragen:
  • Wat is het doel van mijn tekst?
  • Wat is kort gezegd mijn boodschap?
  • Waarom wil ik dit communiceren?

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan zakelijke tekst
2. Maak een schrijfplan
Oké, je hebt een doel voor ogen. Nu is het tijd voor het schrijfplan. Zonder plan loop je namelijk alsnog het risico dat je halverwege ongemerkt van koers wijzigt. En dat je structuur niet klopt...

Maak dus eerst een plan door antwoord te geven op deze vragen:

  • Welke informatie zet ik in de inleiding?
  • Wat werk ik uit in het middengedeelte?
  • Hoe sluit ik af?
 

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan zakelijke tekst
3. Schrijf begrijpelijk
Een tekst schrijf je niet voor jezelf, maar voor je lezers. Toch? Het zijn dus je lezers die bepalen of jouw tekst goed te lezen is.

Wat voor jou volkomen begrijpelijk is, kan voor je lezers geheimtaal zijn. Ook al zijn ze hoogopgeleid. Zij hebben immers niet altijd die (voor)kennis die jij hebt.

Schrijf dus makkelijk leesbare zinnen en gebruik daarbij woorden die je lezer kent. Hierdoor wordt je tekst gelezen, begrepen én gewaardeerd.
 

Slide 6 - Tekstslide

Keuze-opdrachten
Betoog schrijven
Schrijf een overtuigende tekst van minimaal 350 woorden over een onderwerp naar keuze. 
Informatieve tekst
Schrijf een tekst waarin je je lezer informeert over een onderwerp dat jou interesseert. Minstens 350 woorden. 
Keuze-opdrachten
Inleveren Classroom

Slide 7 - Tekstslide

Zakelijke tekst schrijven: vorige les
Stap 1. Doel bepalen
Je gaat de komende weken aan een tekst werken.
Open een Google Docs en noteer:

Wat is het doel van mijn tekst?

Wat is kort gezegd mijn boodschap?
Waarom wil ik dit communiceren?

Slide 8 - Tekstslide

Zakelijke tekst schrijven: vorige les
Stap 2: schrijfplan maken
Noteer in je Google Docs hoe je denkt dat je tekst eruit komt te zien. 

Stap 1. Welke informatie wil je gaan verwerken in je tekst? 
Stap 2. Verdeel deze informatie over verschillende onderwerpen
Stap 3. Wijs aan elk onderwerp een alinea toe. 
Stap 4. Bedenk vast een krachtige eerste zin voor elke alinea van je middenstuk. Dit is je kernzin.

Slide 9 - Tekstslide

Zakelijke tekst schrijven: vorige les
Stap 3: schrijfplan omzetten naar tekst

1. Kijk naar je schrijfplan
2. Begin met het uitwerken van je middenstuk. 
Hoe?
  • Kijk per alinea naar het deelonderwerp. Waar gaat die alinea over?
  • Begin de alinea met je kernzin
  • Rest van alinea = toelichting/voorbeeld bij kernzin. 
     Let op: wijk niet te veel af van je deelonderwerp 

Stap 4. Schrijf je slot 
Conclusie/aanbeveling toekomst/samenvatting: geen belangrijke nieuwe info 

Stap 4. Schrijf je inleiding 

Eerst schrijfplan laten goedkeuren

Slide 10 - Tekstslide

VOLGENDE LES
Inzoomen op je inleiding 

Wat vonden we van deze les?

Slide 11 - Tekstslide