Uiteenzetting les 1: herhaling schrijven leerjaar 1


Nederlands
Schrijven - Uiteenzetting
Les 1 


H2 - P1 2022/2023
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Schrijven - Uiteenzetting
Les 1 


H2 - P1 2022/2023

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

1.  Hoe ziet P1 eruit?
2. Schrijfvaardigheid:
- herhaling leerjaar 1
- start leerjaar 2

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen in periode 1?

1.  Schrijfvaardigheid - uiteenzetting  (3x)
2. Spelling - werkwoorden   (3x)
3. Fictie - presentatie boek  (1x)

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...

... heb je jouw voorkennis over schrijfvaardigheid uit leerjaar 1 opgehaald.

... weet je in grote lijnen hoe de schrijfopdracht in leerjaar 2 er uitziet.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog over schrijven in leerjaar 1?
Welke begrippen herinner jij je nog?

Slide 5 - Woordweb

Schrijven in leerjaar 1: Weet je nog?
Tekstsoort: amuserende tekst
Tekstdoel: amuseren
Tekstvorm: sprookje

De schrijver van een sprookje wil zijn lezer vermaken met zijn verhaal en een wijze les leren (moraal).



Slide 6 - Tekstslide

Schrijven in leerjaar 1: Weet je nog?
Tekstsoort: overtuigende tekst
Tekstdoel: overtuigen
Tekstvorm: betoog 

De schrijver van een betoog probeert zijn lezer met argumenten te overtuigen van zijn mening over een onderwerp.


Slide 7 - Tekstslide

Voordat we verdergaan ...

... een korte herhaling van alles wat je hebt geleerd over het onderdeel schrijfvaardigheid in leerjaar 1. 

Slide 8 - Tekstslide

Schrijven is een proces
Voor het schrijven maak je een plan! Een schrijfplan.

Slide 9 - Tekstslide

Voordat je begint met schrijven, vul je een schrijfplan in.

Schrijfplan = schema dat de basis van je tekst vormt, hierop bouw jij je tekst (bouwplan)

Een schrijfplan is vergelijkbaar met de fundering van een huis. Die heb je nodig om verder te kunnen bouwen. 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijven: stap 1

Voordat je begint met schrijven, bedenk je: 

... waarover je gaat schrijven (onderwerp)
... wat je met de tekst wil bereiken (tekstdoel)
... voor wie je schrijft (publiek)
... welke boodschap je wilt overbrengen (hoofdgedachte) 

Slide 11 - Tekstslide

Onderwerp, tekstdoel, hoofdgedachte en publiek
Onderwerp  In één/een paar woorden waar de tekst over gaat.
Tekstdoel  Het doel dat je wilt bereiken met de tekst. 
Hoofdgedachte In één zin waar de hele over gaat. Het belangrijkste wat de schrijver vertelt over het onderwerp in één zin.
Publiek Voor wie je schrijft.  

Slide 12 - Tekstslide

Schrijven: stap 2

Vervolgens bedenk je:

... wat de kernzinnen van jouw alinea's worden.
... welke deelonderwerpen bij deze kernzinnen passen.
... hoe je de inleiding en het slot vormgeeft.

Slide 13 - Tekstslide

Kernzinnen en deelonderwerpen
Kernzin De belangrijkste zin van de alinea. 
Deelonderwerp In één of in een paar woorden waar een alinea/een aantal alinea's over gaat.
Inleiding In de inleiding introduceer wordt het onderwerp geïntroduceerd en wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt.
Slot In het slot wordt de tekst afgesloten.

Slide 14 - Tekstslide

Teksten inleiden

Teksten kun je op verschillende manieren inleiden:
  • Onderwerp aankondigen.
  • Anekdote: een kort, grappig, bijzonder persoonlijk   verhaaltje vertellen.
  • Eén of meer vragen stellen.
  • De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen.




Slide 15 - Tekstslide

Teksten afsluiten
Teksten kun je op verschillende manieren afsluiten:

  • Samenvatting De tekst in andere woorden samenvatten.
  • Conclusie Een conclusie trekken.
  • Advies Een advies geven.

Slide 16 - Tekstslide

Schrijven: stap 3 en 4
Stap 3: Schrijven met behulp van het schrijfplan
Stap 4: Herschrijven: aanpassen en verbeteren

Slide 17 - Tekstslide

De titel
De titel heeft twee functies:
  • Vertellen waar de tekst over gaat.
  • De lezer nieuwsgierig maken.

Slide 18 - Tekstslide

Schrijven in leerjaar 2
In leerjaar 2 schrijf je een uiteenzettende tekst. In een uiteenzettende tekst geeft de schrijver uitleg over een onderwerp. Zoals iedere tekstsoort kent ook de uiteenzettende tekst verschillende tekstvormen.




Tekstvorm
Wat wordt er uitgelegd?
Schoolboektekst
Hoe is de Eerste Wereldoorlog ontstaan?
Recept
Hoe maak je een appeltaart?
Ikea-handleiding
Hoe zet je een kledingkast in elkaar?

Slide 19 - Tekstslide

Schrijven in leerjaar 2
De tekstvorm die jij gaat schrijven is: achtergrondartikel. 

In een achtergrondartikel geeft de schrijver achtergrondinformatie bij een nieuwsbericht. Een nieuwsbericht vertelt de feiten: wat er is gebeurd. Een achtergrondartikel vertelt hoe het is gebeurd, waarom het is gebeurd en wat de gevolgen zijn. 



Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld achtergrondartikel
Onderwerp: Prinsjesdag
Op Prinsjesdag wordt het financiële beleid van het kabinet voor het nieuwe jaar bekendgemaakt. Waar gaat geld naartoe en waarop wordt bezuinigd?





Nieuwsbericht
Achtergrondartikel
Hierin wordt beschreven wat er met Prinsjesdag is bekendgemaakt. 

Hierin wordt beschreven hoe het kabinet tot deze keuzes is gekomen. 
Je wordt geïnformeerd

Je krijgt uitleg

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide