les 5.3+5.4

Belasting op shoppen - 5.3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Belasting op shoppen - 5.3

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Na deze les kun je:

  • uitleggen wat btw is.
  • uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
  • omschrijven wat de consumentenprijs is en deze berekenen.
  • van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.

Slide 2 - Tekstslide

BTW
BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde

  • Indirecte belasting (je betaalt alleen als je koopt!)
  • 9% BTW - basisbehoeften
  • 21% BTW - overige behoeften

Slide 3 - Tekstslide

Consumentenprijs
 Consumentenprijs = prijs die jij in de winkel betaald
                                = prijs inclusief BTW --> 121%

Formule 9% BTW
Consumentenprijs = verkoopprijs exclusief BTW : 100 x 109

Formule 21% BTW:
Consumentenprijs = verkoopprijs exclusief BTW : 100 x 121

Slide 4 - Tekstslide

Verkoopprijs exclusief BTW
Verkoopprijs exclusief BTW = consumentenprijs - BTW
                                              = prijs van winkelier --> 100%

Formule 9% BTW
Verkoopprijs exclusief BTW = consumentenprijs : 109 x 100

Formule 21% BTW
Verkoopprijs exclusief BTW = consumentenprijs : 121 x 100

Slide 5 - Tekstslide

Doelen van deze les 5.4
Na deze les kun je:
  • uitleggen wat de inkoopwaarde is.
  • beschrijven wat brutowinst is en deze berekenen.
  • voorbeelden geven van bedrijfskosten.
  • beschrijven nettowinst is en deze berekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Inkoopwaarde
Inkoopprijs = de prijs per stuk die je betaalt voor 1 product dat je (in)koopt.

Inkoopwaarde = het totaal bedrag aan INKOOP van alle producten die je die dag/periode hebt VERKOCHT

Slide 7 - Tekstslide

Brutowinst
  • Brutowinst = het verschil tussen omzet en inkoopwaarde

  • Omzet = opbrengst = prijs x aantal verkochte artikelen.
  • Inkoopwaarde = waarde van alle ingekochte artikelen
  • Formule: brutowinst = omzet - inkoopwaarde

Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst

Slide 8 - Tekstslide

Brutowinst is dé winst?
Is brutowinst de het inkomen van de ondernemer?
NEE!!!!!
Naast de kosten van inkoop van spullen, heb je nog meer kosten.

Slide 9 - Tekstslide

Brutowinst vs. nettowinst
  • Nettowinst is er als alle kosten betaald zijn.

  • Omzet
  • Inkoopwaarde -
  • Brutowinst
  • Bedrijfskosten -
  • Nettowinst / verlies
huur, loon personeel, gas, water en licht, reclame, rente

Slide 10 - Tekstslide