9.1 wat is criminaliteit

Hoofdstuk 9
Paragraaf 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9
Paragraaf 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je:

1) herkennen en uitleggen wat criminaliteit is

2) uitleggen wat het verschil is tussen overtredingen en misdrijven

3)herkennen en uitleggen dat criminaliteit tijd- en plaatsgebonden is

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waar denk je aan bij criminaliteit?

Slide 4 - Woordweb

Wat is criminaliteit?


Alles wat door de wet strafbaar is gesteld


Criminaliteit = Maatschappelijk probleem

Veel mensen last van

Verschillende meningen

Overheid heeft er mee te maken

media schrijft erover?


Slide 5 - Tekstslide

Wetten of rechtsregels zijn geschreven regels

Strafbaar gedrag is het overtreden van wetten

Slide 6 - Tekstslide

Niet iedere vorm van criminaliteit is even erg.
We maken onderscheid

Slide 7 - Tekstslide

Openbare dronkenschap?
A
Overtreding
B
Misdrijf
C
Niet strafbaar

Slide 8 - Quizvraag

Fiets stelen?
A
Overtreding
B
Misdrijf
C
Niet strafbaar

Slide 9 - Quizvraag

Valse identiteit opgeven?
A
Overtreding
B
Misdrijf
C
Niet strafbaar

Slide 10 - Quizvraag

Snoepje stelen bij de Kruidvat?
A
Overtreding
B
Misdrijf
C
Niet strafbaar

Slide 11 - Quizvraag


Fatsoensnormen zijn
ongeschreven regels

Asociaal Gedrag --> Geen rekening houden met anderen.  

Slide 12 - Tekstslide

Asociaal gedrag
Iets doen waarbij je geen rekening houdt met de mensen om je heen en zij daar last van hebben.

Afhankelijk van plaats, tijd en cultuur.

Slide 13 - Tekstslide

Rechtsregels zjn tijdgebonden
  • Spugen was vroeger een misdrijf

  • Sinds 1970 is overspel niet meer strafbaar

  • Tegenwoordig is hacken van computers strafbaar

  • Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit

Slide 14 - Tekstslide

Rechtsregels zijn plaatsgebonden
  • In Nederland is abortus en euthanasie toegestaan

  • In Nederland mogen homo’s met elkaar trouwen

  • (Vuur)wapens zijn in Nederland verboden

  • Nederland kent geen doodstraf

Slide 15 - Tekstslide

Verschil tussen materiële en niet- materiële schade


materiële schade:
Schade die je kunt berekenen in geld
- er is iets weg .
- je moet iets verzekeren/ beveiligen.

niet- materiële schade: 
Gevolgen die je niet kunt uit drukken in geld.
gevoelen behoren tot Niet materiele schade. 
bijvoorbeel je bent bang ergens voor. Of erg verdrietig 
Schade die vervangbaar is of die geld kosten zijn materiele schade.
En auto kan je vervangen bijvoorbeeld.
Materiele schade kan bijvoorbeeld ook zijn dat je meer geld aan de verzekering moet betalen. 

Als er meer diefstallen zijn, is er meer schade en zal de verzekeringen meer premie vragen.
Ondanks dat een ring materiele schade is. ( je kan hem met geld vervangen) zou hij ook onder Inmatreriele schade kunnen vallen.

Stel je hebt de ring van je oma gehad die is overleden. Dan heeft de ring een emotionele waarde. 
Voorbeelden van schade. Klik op      bij de plaatjes en lees de uitleg.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maak paragraaf 1

Slide 17 - Tekstslide

Welk gedrag wordt beschouwd als een misdrijf?
A
Geen id kaart bij je hebben
B
In het donker fietsen zonder licht
C
Mobiel bellen achter het stuur
D
Een winkeldiefstal plegen

Slide 18 - Quizvraag

Een ander woord voor strafbaar feit noem je een...?
A
conflict
B
inzicht
C
delict
D
stoplicht

Slide 19 - Quizvraag

Wildplassen valt onder:
A
overtredingen
B
misdrijven
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware criminaliteit

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke soort criminaliteit kom je alleen in aanraking met de politie en niet met justitie?
A
veelvoorkomende criminaliteit
B
overtredingen
C
zware criminaliteit
D
misdrijven

Slide 21 - Quizvraag

Overspel was vroeger nog strafbaar, maar is in 1970 afgeschaft. Dit is een voorbeeld van?
A
Plaatsgebonden criminaliteit
B
Tijdsgebonden criminaliteit

Slide 22 - Quizvraag