Anatomie Onderste extremiteit

Anatomie Onderste extremiteit
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Anatomie Onderste extremiteit

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat de afkorting O. voor?
A
Onderste extremiteit
B
Os (dat betekend bot)
C
Os dat betekend spier
D
Obi

Slide 2 - Quizvraag

Wat voor soort gewricht is de elleboog
A
Kogelgewricht
B
Schaniergewricht
C
Rolgewricht
D
Zadelgewricht

Slide 3 - Quizvraag

Als je een foto maakt van de zijkant van iemand. Welk vlak zie je dan?
A
Frontale vlak
B
Transversale vlak
C
Sagittale vlak
D
Longitudinale vlak

Slide 4 - Quizvraag

Welke beweging vind er plaats als ik mijn elleboog buig?
A
Flexie
B
Extensie
C
Retroflecie
D
anteflexie

Slide 5 - Quizvraag

Welke Latijnse benaming heeft het dijbeen bot
A
Os. Fibula
B
Os. Patela
C
Os. Tibia
D
Os. Femur

Slide 6 - Quizvraag

In welke as vindt een flexie van de knie plaats
A
Logitudinale as
B
Sagittale as
C
Transversale as
D
In de knie vindt geen flexie plaats

Slide 7 - Quizvraag

In welk vlak vinden abductie en adductie plaats
A
Frontale vlak
B
Sagittale vlak
C
Transversale vlak

Slide 8 - Quizvraag

De Nederlandse bemaning van de os patella is:
A
Dijbeen
B
De knieschrijf
C
Scheenbeen
D
Kuitbeen

Slide 9 - Quizvraag

Als ik mijn hak voor mij op de tafel wil leggen. Welke beweging vind er dan plaats in de heup?
A
extensie
B
Abductie
C
Anteflexie
D
Endorotatie

Slide 10 - Quizvraag