2: paragraaf 1 - communiceren (leestekst)

4H - Leesvaardigheid 
Les 2 van 7
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4H - Leesvaardigheid 
Les 2 van 7

Slide 1 - Tekstslide

Leerstof
  • Alle theorie uit het boek
  • Vragen en opdrachten uit het opdrachtboek
  • LessonUps uit de les
  • Alles wat er verteld wordt

Slide 2 - Tekstslide

1 Communiceren doe je samen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen § 1
  1. Ik weet wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.
  2. Ik kan de elementen van het communicatieproces herkennen en benoemen.
  3. Ik kan uitleggen op welke manier een bepaald element het communicatieproces beïnvloedt en uitingen hierop aanpassen.
  4. Ik kan zelf nieuwe voorbeelden vinden van (mis)communicatie of uitingen bedenken waarin ik doelmatig de elementen van communicatie inzet.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Leg uit hoe deze vijf begrippen tot elkaar in verhouding staan:
  • publiek
  • boodschap
  • ontvanger
  • zender
  • referentiekader

Slide 5 - Tekstslide

Uit de paragraaf

We checken samen of je voorkennis over deze paragraaf een beetje is blijven hangen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het communicatiedoel van de klassieke 'welles-nietesdiscussie'?
(vraag 7a)
A
activeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
beschouwen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het communicatiedoel van de emoji 'huilen-van-het-lachen' in een appje? (vraag 7c)
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 8 - Quizvraag

Welk van deze elementen bepalen de context van een boodschap?
(vraag 8a)
A
situatie, tijd en plaats van communicatie
B
referentiekaders van zender en ontvanger
C
communicatiemiddel en -doel
D
A, B en C zijn goed

Slide 9 - Quizvraag

Leesvaardigheid
We lezen samen de tekst Ode aan de scheidsrechter op pagina 32 van je oefenboekje. Daarna maak je de vragen 15 t/m 20.

Vijf leerlingen (willekeurig gekozen door de spinner) lezen voor ons de alinea's voor. Wees dus alert, zodat je direct het stokje kunt overnemen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Je krijgt nu de tijd om in jouw eigen tempo te werken aan vraag 15 t/m 20. Je vindt de vragen op pagina 33 van je oefenboek. Schrijf je antwoorden op in je schrift. 

De volgende les beginnen we met het nakijken/bespreken van deze vragen.

Eerder klaar? Lees alvast paragraaf 2 Onderwerp en hoofdgedachte door.
Klaar? Maak vraag 1 t/m 5 van paragraaf 2.

Slide 16 - Tekstslide

Welke twee dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 17 - Open vraag

Leerdoelen § 1
  1. Ik weet wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.
  2. Ik kan de elementen van het communicatieproces herkennen en benoemen.
  3. Ik kan uitleggen op welke manier een bepaald element het communicatieproces beïnvloedt en uitingen hierop aanpassen.
  4. Ik kan zelf nieuwe voorbeelden vinden van (mis)communicatie of uitingen bedenken waarin ik doelmatig de elementen van communicatie inzet.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe goed vind jij dat je deze leerdoelen al beheerst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Huiswerk
  • Zorg dat opdracht 15 t/m 20 van pagina 33 (oefenboekje) klaar zijn.
  • Tijd over? Lees alvast paragraaf 2 Onderwerp en hoofdgedachte door.

Volgende les
Je krijgt uitleg over paragraaf 2 en werkt aan opdracht 1 t/m 5.

Slide 20 - Tekstslide